Historie Kerk
HISTORIE
Uit gevonden voorwerpen is gebleken dat Schoonebeek al voor de jaartelling bewoond was. Het gebied werd zeer waarschijnlijk bewoond door Saksen.
In de laat zevende eeuw is de kerstening van de streek begonnen door twee priesters in gezelschap van de Ierse monnik Willibrord uit Engeland. Toen het christendom in de lage landen een wijde verspreiding had gekregen werden er bisdommen opgericht. Het gewest Drenthe werd bij Utrecht ingedeeld.
Plusminus 1300 wordt voor het eerst over een priester gesproken. Waar deze woonde en of er al een kerk was in Schoonebeek is niet bekend.
Uit archiefstukken is gebleken dat Schoonebeek op 26 mei 1341 officieel bestaat. De naam Schoonebeek heeft waarschijnlijk te maken met de toenmalige plaatselijke omstandigheden, dat het een bizonder drassig en moerassig gebied was, die om een goede afwatering vroeg.
Het vermoeden bestaat dat monniken, komend van het klooster in Ter Apel zich gevestigd hebben in een zgn. ”Uithof” (Kloosterbosje) in de buurt van Schoonebeek. Zij begonnen met het opschonen van de ”Olde Beke”. Het is dan niet zo moeilijk om de opgeschoonde beek te herleiden tot Schoone-beek of Schoonebeek.
Ook is er nog een ander verhaal. Een jonge dame, niet getrouwd was in verwachting. Deze juffrouw heette Rebecca en woonde in het Compas. Een ongetrouwde vrouw in verwachting werd in de maatschappij van Compas niet getolereerd en werd daarom verjaagd. Ze zou in Schoonebeek onderdak hebben gevonden. Nu wil het verhaal dat Rebecca een bizonder mooie, oftewel schone vrouw was. En daarom het vermoeden dat Schone Rebecca verworden is tot
Schonbek oftewel Schoonebeek.
In 1419 wordt gesproken over een kerk in Schoonebeek die waarschijnlijk is gesticht door de parochie van Dalen. Waar die heeft gestaan is onduidelijk.
Waarschijnlijk is in 1500 de Sint-Nicolaas Kerk gebouwd achter waar nu de Coöp en Joldersma zijn gevestigd.
Doordat de kerk in bouwvallige staat verkeerde is deze in 1947 afgebroken.
De eerste pastoor werd benoemd op 1 nov. 1513. Dit was Johannes te Velde.
Zijn opvolger kwam op 10 mrt. 1521 en was Everhardus Bernies.
Op 5 juli 1521 kwam Johannes Vlugge.
Echter de Hervorming rukte op. Onder Willem Lodewijk, die hier stadhouder was onder zijn neef Prins Maurits, ontving de katholieke geestelijkheid in Drenthe een schrijven, waarin hun werd medegedeeld dat ze afgezet waren. Ze konden aangeven of ze trouw aan Rome wilden blijven en daarmee ontslagen wilden worden, of over wilden gaan naar de Hervorming. Hierbij moesten ze afstand doen van kerkelijke gebruiken en de parochiekerk werd ondaan van beelden en andere voorwerpen en de muren werden wit gekalkt.
Op 10 mei 1598 gingen de toenmalige pastoors van Vledder en Schoonebeek over op de “Nije Leer” In Schoonebeek was dit pastoor Hermannus Lavatianus die zijn laatste preek als pastoor afsloot met de woorden: “En nu ga ik over op de Nije Leer!” Hij zakte echter voor zijn examen als predikant en pas in 1600 werd hij als predikant onder de naam Ds. Bredewech aangesteld. Tot overmaat van ramp werd hem van boven opgelegd om met zijn huishoudster te trouwen.
Hij en ook de bevolking van Schoonebeek moeten het erg moeilijk gehad hebben met deze veranderingen
Ds. Bredewech vertrok in 1608 naar een klein dorpje bij Meppen in Duitsland.
Zijn opvolger Ds. Johannes v. Holle kreeg vrij snel weer ontslag wegens doodslag ergens in Duitsland ( Had ook al een hekel aan Duitsers!)
Het is een onherstelbaar verlies, dat het parochiearchief verloren is gegaan.
Dit gebeurde op 17 april 1937, toen de pastorie van de Hervormde kerk in vlammen opging.
Deze werd bewoond door de familie Wesseldijk die ternauwernood aan de vlammen ontkwamen.
Ds. Wesseldijk zou met gevaar voor eigen leven, zijn kinderen uit het brandende huis hebben gered.
De RK-kerk aan de Kosterijweg is aanvankelijk St.Willebrord-kerk genoemd maar ten tijde van pastoor Verschragen werd dit op 10 febr. 1977 veranderd in H. Nicolaas-kerk. Hiermee was er toch wel wat recht gezet.
Vriendelijke groeten,
G. Assen.