Gereformeerd Schoonebeek
VEEL IS NU MOGELIJK EN VEEL WORDT NU GEDAAN
De gereformeerde gemeente in Schoonebeek groeide
De structurele wijzigingen die Schoonebeek heeft ondergaan vooral door de vestiging van de N.A.M. bedrijf zijn uiteraard niet langs de gereformeerde kerk heen gegaan. Al kan niet gezegd worden dat haar innerlijke organisatie en opbouw een zo markante verandering onderging, dat hierop een nieuw stempel zou zijn gedrukt, toch is er een duidelijk merkbare. invloed op, allerlei verhoudingen uitgeoefend..Zo gaat zich de gewijzigde situatie in Schoonebeek, waar naast het al oude agrarische bedrijf de nieuwe industrieën veel mensen aantrekken van hier of van elders, ook manifesteren in de kerkeraad en in allerlei kerkelijke organisaties en verenigingen.
Er groeit iets. Al is het van beide kanten nog een zoeken aftasten, men voelt steeds duidelijker dat ergens de brug moet liggen, die het oude met het nieuwe verbindt. Het oude moet zich ontsluiten en het nieuwe zich inpassen. En het gemeenschappelijk belijden en beleven baseert en vereenvoudigt dit proces in belangrijke mate. Al is het waar dat niettemin dikwijls een persoonlijk offer gebracht wordt en moet worden.
Duidelijker zijn de consequenties aanwijsbaar daar waar de Kerk zich openbaart naar buiten. Soms zijn ze in getallen uit te drukken. Een voorbeeld: sinds 1945 vermeerderde het zielental met de helft van zijn oorspronkelijke aantal en beloopt nu ongeveer 900 belijdende en doopleden.
Een nieuwe kerk was nodig. Die kwam. Het oude deel offerde samen met en voor het "nieuwe" deel voor een gemeenschappelijke "zitplaats". Het 3de deel van de totale bouwsom kwam zonder mankeren aan vrijwillige giften binnen. De rest werd geleend, gedeeltelijk renteloos.
Ook een jeugdgebouw moest er komen. Het verrees. Bijna de helft brachten "oud" en "nieuw" nu samen op. De gemeente Schoonebeek schonk een subsidie, die het verwezenlijken der plannen ogenblikkelijk mogelijk maakte.
Daarmee raken we tevens de verhouding burgerlijke kerkelijke gemeente. Zowel uit het boven staande als uit vele andere contacten blijkt deze bijzonder goed te zijn. Met eerbiediging van elkanders specifieke terrein is er een wederzijdse beïnvloeding en stimulering, die niet nalaten bevruchtend in te werken op de dorpsgemeenschap.
Materieel gezien ligt het in de Gereformeerde Kerk dus voorshands “goed”. Al maakte de toeloop plaatsing van extra banken in het kerkgebouw, zodat men aan een tweede kerk voorlopig nog niet behoeft te denken. En al wordt het jeugdgebouw thans nog gedeeltelijk bewoond door enkele school klassen, dit is maar tijdelijk en straks zal het frisse en ruime gebouw volle dienst kunnen bewijzen.
Het jeugdwerk ontplooit zich naar verhouding. Groei was oorzaak van splitsing van enkele clubs. Hier vooral worden de banden geslagen. Die voorwaarde zijn voor de organische groei van het gemeenschapsleven. Er wordt gewerkt, dikwijls met animo, om onder het zoeken naar nieuwe vormen soms, elkaar te steunen en te prikkelen tot telkens groter wordende activiteit, om de positieve inhoud van het Blijde Evangelie steeds verder te laten doorklinken.
Dit alles onder de bezielende leiding van de predikant, ds. Kuntz, een arbeid, die veel vraagt, maar dan ook zeer gewaardeerd wordt.
Er zou nog gewezen kunnen worden op de mannen en vrouwenvereniging, die kunnen spreken van en steeds stijgende belangstelling. Ook op deze vormen een uitnemend contact punt en kunnen een bijdrage leveren tot een beter verstaan en groter onderlinge waardering.
Trouwens, dat er band er is, en zo maar plotseling kan worden tot een sprekende “band”, bewijst de bandrecorder die de (kerkelijke) gemeente onlangs via één enkele collecte schonk t.b.v. oudere, en zieke medeleden.
En is auto, die N.A.M. iedere zondag beschikbaar stelt, om hen de kerk waarts te brengen, die anders niet zou kunnen gaan, en die steeds belangeloos door enkele trouwe "chauffeurs" gereden word, niet een bewijs, dat ook hier de samen werking uitnemend is?
We zouden kunnen doorgaan en nog op vele dingen de aandacht willen vestigen. In kort bestek is dit onmogelijk. En daarom laten we het hierbij.
Zeker pretendeert men niet, dat de toestand het ideaal bereikt heeft. Misschien staan we nog maar aan een begin, werd er gezegd. Maar de ogen sluiten voor de goede dingen, die de “ingreep” van de industrie ook het "gereformeerd kerkelijk leven geeft, wil men beslist niet. De vele mogelijkheden, die deze ingreep opent, het perspectief, dat ze biedt, wil men zeker in ogenschouw nemen.
Men ziet alle aanwijzingen ten slotte als symptomen der vergankelijkheid en het geloof als het enige rustpunt, dat onwankelbaar verankerd ligt in Christus de overwinnaar van vergankelijkheid en dood.