Vroeger jaren
VROEGER JAREN.
Klaartje, kom, wij gaan uit rijden!
Sprak boer Teunis met een lach
Langs de frisse groene weiden,
't Is nu onze bruiloftsdag.
Wij zijn vijftig jaar getrouwd
En reeds beiden grijs en oud
Met dezelfde witte wagen
Gaan wij langs de velden jagen.
'k Ga mij nu eens netjes kleeden .
'k Draag dezelfde hooge hoed
Nog van vijftig jaar geleden
'k Weet, die staat mij wondergoed.
Dan gaan wij naar Schoonebeek
Zien nog eens die boerenstreek!
Met zijn golvend, rijpend koren
Waar wij beiden zijn geboren.
Zoo ging Teunis in zijn wagen
Met zijn Klaart je aan zijn zij
Net als in hun jonge dagen,
Langs de zandweg, door de hei.
Hoor de vogels, Klaart je, zeg
In de struiken langs de weg
Hoe zij vroolijk kwinkeleeren
En ons beiden feliciteren.
Zie je daar die kerk met toren.
Omstreeks vijftig jaren oud,
Bij dat veld met rijpend koren
Waar wij beiden zijn getrouwd?
In die goeie oude tijd
Was je een knappe jonge meid .
In die kerk heb ik voor ’t leven
Hart en hand aan Jou gegeven.
Vijftig jaren zijn vervlogen,
Sinds ik daar mijn psalmen zong
Dat wij samen nederbogen,
Toen wij beiden waren jong.
Weet je t nog, hoe jij verblijd,
Van aandoening hebt geschreid
Toen het orgel zich liet hooren
Als geleid door engelenkoren?
Als wij samen huiswaarts keeren
Langs dien mooien, Daler laan
Zal ik jouw nog eens trakteren
Waar die mooie boomen staan.
In dien tuin, daar aan den weg
Juist als vroeger, Klaart je, zeg
Zullen wij ons hart ophalen
Voor wij verder gaan naar Dalen.
F. MEPPELlNK -1938.