Vlieghuis Meestershuus

Coevorden Huis aan Huis 23 april 2008

t Meesterhuus Vlieghuis

Door Huib D. Minderhoud  

'Openbare lagere winter­bijschool voor beide sexen, zoo vermogend, onvermo­gend als arm, zonder mees­terswoning. Hoogte 3 ellen (2,07 m), lengte 5,38 ellen (3,71 m) en breedte 4,50 el­len (3,11 m). Als meubilair aanwezig 1 heele platte ta­fel en drie banken'. Aldus enkele officieel vermelde gegevens van de school te Vlieghuis in 1839. Een klein gebouwtje, dat met de lange zitbanken voor meer­dere kinderen goed gevuld moet zijn geweest.

De zestien leerlingen -zes jongens en tien meisjes, die de school in 1832 telde- za­ten knus naast elkaar. De school was een winterbij­school, dus er werd alleen 's winters les gegeven en alleen voor kinderen, van wie ouders dat onderwijs ook wilden. Er was immers nog geen leerplicht. De on­derwijzer was een boer uit een van de buurtschappen, die zo gedurende de winter wat kon bijverdienen. Hij ontving bijdragen van de ouders en omdat die niet bepaald hoog waren, mocht hij gaan 'rondeten': beurte­lings bij de boeren bij het middagmaal aanschuiven.

Als gevolg van de invoe­ring van de lagere onder­wijswet in 1857 werden alle winterbijscholen omgezet in lagere scholen, waarin het hele jaar les gegeven moest worden. De 'winter­bijschoolhouders' werden door de schoolopziener op hun kennis onderzocht en Wijnandus Meppelink van Vlieghuis slaagde en mocht zich voortaan hulponder­wijzer noemen. Hij kreeg nu van het gemeentebe­stuur f 65,- per jaar én een toelage van f 60,- om niet meer te hoeven gaan ron­deten. In 1875 werd aan de school een onderwijzer benoemd, die nog lang van zich zou doen spreken. Dat was meester Piederiet, vrijgezel en in de kost in Weijerswold.

 

 Crisisjaren

Tot zijn vreugde kreeg hij in 1878 de beschikking over een nieuw schoolgebouw, gebouwd door de Coevor­der timmerman Gerhardus Meppelink. Maar liefst 35 jaar bleef hij aan de school verbonden. Hij droeg altijd klompen, ook in de klas en werd aan het eind van zijn loopbaan wat gebrekkig, zodat hij zich met een stok voortbewoog. Ondanks dat bleef hij een strenge mees­ter, die niet met zich liet spotten. Om de afstand van en naar de school te over­bruggen, liet hij zich dage­lijks door een paar jongens in een karretje vervoeren. Als deze trouwe helpers zich te snel naar zijn zin voortbewogen, sloeg hij er met zijn stok ongenadig op los. Maar hij liet zich ook wel eens beetnemen. Als het 's zomers warm weer was, 'bliezen' de jongens de thermometer met hun adem wel eens zo ver op, dat meester warmtevrij gaf. Toen meester Piede­riet in 1910 met pensioen ging, werden er een nieuwe twee klassige school en een hoofdenwoning voor opvol­ger H.J. Otten gebouwd. Een voor die tijd typisch meestershuis met hoge ramen in de voorgevel en een schuin aflopend dak. School en woning waren ontworpen door de Coevor­der architect H. Bennink en kostten respectievelijk f 8192,74 en f 5.258,-. Van 1924 tot 1934 woonde meester Christiaans met zijn gezin in het schoolhuis. In laatst genoemd jaar werd de school als gevolg van een bezuinigingsmaatregel van de regering opgeheven en verhuisde meester Christi­aans naar Steenwijksmoer. Het waren de crisisjaren en minister Marchant van Onderwijs liet een aantal kleine openbare scholen sluiten. Omdat de bijzon­dere scholen door hun zelf­standige bestuursstatus niets van deze maatregel hadden te duchten, werd dit besluit als een groot onrecht ervaren. Mede als gevolg van een actie van de ouders werd de school in Vlieghuis in 1938 weer in gebruik genomen.

 

Eenmansschool

Meester R. Smits werd de nieuwe hoofdonderwij­zer, die samen met juffrouw F.J.J. Wessels uit Coevor­den de Vlieghuizer jeugd onder zijn hoede nam. Als het 's winters erg koud of glad was, kwam juffrouw Wessels lopend naar school, aan het eind vergezeld door een hele stoet kinderen. Na haar werd juffrouw J.W. Jonink in vaste dienst aan de school verbonden. Toen meester Smits in 1959 af­scheid nam, was er niet direct een opvolger, maar

in 1960 werd het meesters­huis toch weer bewoond door een jong echtpaar. Meester A.J. Folkerts deed zijn uiterste best om het leerlingenaantal op peil te houden, maar kon he­laas niet voorkomen dat de school eenmansschool werd. Toen hij in 1965 naar Zevenaar vertrok, nam meester A.H. van Rossum van de in dat jaar opgehe­ven school in Steenwijks­moer zijn functie over. Tot 1967, want toen werd de school in Vlieghuis defini­tief gesloten. Toen de school en het huis in 1973 via een publieke veiling verkocht werden, was Henk Ben­jamins na een langdurig herhaald duim opsteken tenslotte toch de gelukkige eigenaar. Hij was groente ­en fruithandelaar, ging met zijn gezin in het meesters­huis wonen en verbouwde in 1978 de school ingrij­pend tot opslagplaats. Eén lokaal werd koelcel met er onder een kelder, het andere werd magazijn en de gang en het turfhok veranderden in een over­dekte laad- en losplaats. Henk had hier jarenlang een goedlopend bedrijf, dat hij in 1989 beëindigde. Nu woont hij met zijn vrouw Ankie nog steeds in het meestershuis, waarin zij zich vanaf de eerste dag als een vis in het water ge­voeld hebben.

En de school? Die is in­middels eigendom van het echtpaar Jan Nijhof en Alie de Bruin, die bezig zijn het gebouw te veranderen in een woonhuis. Nu bijna een jaar geleden, op Henks ver­jaardag, werd op de voorge­vel van de oude onderwij­zerswoning met metalen letters de naam "t Mees­tershuus' aangebracht.

Sta eens stil bij deze twee mo­numenten uit 1910.

 

www.oud-schoonebeek.nl