Kerkelijk leven Pioniers

Kerkelijk leven van Pioniers (1)

Nieuw Schoonebekers kerkten eertijds in R.K. Hesepertwist

aanleiding tot vele moeilijkheden

Door E. KARST Jr.

 

 Gelijk bekend kerkten de Nieuw Schoonebeeker pioniers tijdens de eerste helft der vorige eeuw in de R.K. Kerk te Hesepertwist. Ook na de stichting van de R.K. kerk te Nieuw Schoonebeek, in 1849, bleven veel Nieuw Schoonebekers die in het "Oosten" woonden, daaronder verstaat men de z.g.n. Stadt, deze gewoonte getrouw. Mede tengevolge van de beide wereld oorlogen toen het grensverkeer met moeilijkheden gepaard ging, behoort dit thans tot het verleden.

Maar wie denkt dat dit kerkbezoek geen aanleiding tot moeilijkheden gaf, vergist zich. Door toevallige omstandigheden kregen we de beschikking over een acte, welke op 21 April 1821 voor de "Amtsvogt" te Meppen werd verleden. Zij geeft ons een vrij juist beeld van de positie, waarin zich de Nieuw Schoonebeeker kolonisten bevonden.

 Interessante acte

Toen reeds hadden zeventien z.g.n. Münsterlanders kans gezien zich door aankoop van de Schoonebeeker boeren in het bezit van een "plaats" te stellen. Het zal de tegeNieuwoordige

Nieuw Schoonebekers, hun nazaten, interesseren de namen van hen te vernemen. Hier volgen ze.

Gerhard Steffens, Joh. Herb. Herbers, Bern. Heinr. Rolfes, Bernard Mers, Johann Heinrich Wessels, Hermann Heinrich Diers, Gerhard Körtting, Lucas Lamers, Bernard Jacob Roscher, Bernard Heinrich Lammers, Friederich Kärperien, Johann Meiners, Gerhard Heinrich Schwietsers, Gerd Pötker, Johann Herm Küpers, Heinrich Neinstein en Bernhard Muss.

Uit de aard der zaak moesten bij deze abnormale bevolkingsaaNieuwas met betrekking tot het kerkbezoek in Hesepertwist enkele regelingen worden getroffen. Tot dit doel waren de vier eerstgenoemden naar de "Amtsvogtei" te Meppen getogen om zowel voor zich als voor de anderen een bevredigende oplossing te vinden. De hiervan opgemaakte acte vermeldt ons de volgende bijzonderheden.

          Ook op kerkhof

De Nieuw Schoonebekers wensen niet alleen het recht van deelname aan de godsdienstoefeningen, maar ook van begraving op het kerkhof in Hesepertwist. Beide werd hun toegestaan. Met name wordt nog vermeld, dat dit recht niet alleen geldt voor de zeventien met name genoemde Katholieken, maar niet minder voor hen, die zich in de toekomst nog in Nieuw Schoonebeek zullen vestigen, "noch ansiedelen wurden", zoals woordelijk vermeld.

De kerkelijke lasten, verschuldigd door de Nieuw Schoonebekers zullen tegen gelijk tarief berekend' worden als geldt voor de Twister kerkleden.

Deelname aan de historische hand en spandiensten, welke in de toekomst met betrekking tot het kerkhof, de bouw of reparatie van de pastorie en kerk, ja zelfs bij het onderhoud van de pastoriegronden nodig zullen worden geacht, is voor de Nieuw Schoonebekers plicht. Ook in dit opzicht delen ze in dezelfde verplichtingen als gelden voor de bewoners van Twist.

Ter bestrijding der "Cultus kosten" zal per Nieuw Schoonebeek er plaats anderhalve "Reichsthaler" aan de kerk verschuldigd zijn.

          Kerkbouw

De kwestie van de geldelijke bijdragen voor de nieuwbouw van een kerk in Hesepertwist blijft onbeslist, omdat de Nieuw Schoonebekers toen al plannen overwogen om t.z.t. zelf tot kerkbouw te komen.

De Nieuw Schoonebekers weigerden pertinent om alsnog per gezin dertig "achterstallige werkdagen hand en spandiensten ten behoeve van de kerkbouw te verrichten. Deze werden door de Twister kerkelijke gemeente gevorderd. Deze weigering moet opgevat worden als een soort vergeldingsmaatregel, omdat de Twister boeren indertijd geweigerd hadden door de Nieuw Schoonebekers aangeboden hulp te accepteren.

           Kerkweg

Wat de aanleg van een gemeenschappelijke kerkweg voor de Nieuw Schoonebekers betreft, werd overwogen, dat deze kolonisten vrij ver van elkander verwijderd woonden. Tussen hen en de kerk bevindt zich een uitgestrekt moerassig broekland. Het is ondoenlijk, dat iedere boer vanaf zijn plaats zich linea recta naar de kerk begeeft. Een gemeenschappelijke weg zal de enig juiste oplossing vormen. Tot de aanleg verklaarden de Nieuw Schoonebekers zich bereid. EveNieuwel, deze weg moet niet alleen begaanbaar, maar ook berijdbaar zijn, met andere woorden, voor vervoer per as geschikt. De juiste route zal door de (Duitse) overheid worden aangewezen. Niet alleen de aanleg, maar ook het onderhoud is voor rekening van de Nieuw Schoonebeeker kolonisten, waarbij ze zich verplichten de aaNieuwijzingen van hogerhand te geven te zullen opvolgen. Mochten de Nieuw Schoonebekers in de toekomst over een eigen kerk kunnen beschikken, dan vervalt het recht van gebruik op deze weg aan de Twister kolonisten en kunnen de Nieuw Schoonebekers hierop in geen enkel opzicht meer rechten laten gelden.

        Bankenverhuur

De Nieuw Schoonebekers wensen geen stemrecht bij eventueel voorgenomen veranderingen in kerkdiensten of onderhoud van de kerkelijke eigendommen. Ze zullen "nicht zu Rathe gezogen werden". Met name verklaarden de Nieuw Schoonebeeker afgevaardigden, dat zij al deze zaken aan de loyaliteit van de geestelijke en wereldlijke overheid wensen over te laten.. Eigenaardig doet het beding der Nieuw Schoonebekers aan, dat ze uitdrukkelijk verlangen dat bankenverkoop of bankenverhuur publiek zal plaatshebben, waarbij hun deelneming niet zal mogen worden geweigerd.

Tenslotte, is een bepaling opgenomen betreffende de omvang van de Nieuw Schoonebeeker boerenplaatsen. Woordelijk vermeldt het protocol: " Um allen Streit vorzubeugen, ob die genannten Plaatzen als volle oder nicht volle Plaatzen concurrieren sollten, wurde festgesetzt, dass sämmtliche genannte Plaatzen als volle Plaatzen angesehen werden sollten mit Ausnahme der Plaatsze des Bernhard Mers, die nur als ¾ Plaatze, sage drei- viertel Plaatze, angesehen werden könne".

Het "Protocol" besluit met de handtekeningen van alle partijen. Afgevaardigde Bernhard Heinrich Rolfes verklaarde echter niet te kunnen schrijven, zodat deze met het plaatsen van drie kruisjes volstond.

 

  Kerkelijk leven van pioniers (II)

Toenemende kolonisatie leidde tot verkoop van de boeplaatsen

Kerk van Twist had veel moeite om gelden te innen

Door E. KARST Jr.

 

  De verkoop der Nieuw Schoonebeeker plaatsen voltrok zich vrij snel. Vormden in 1821 zeventien gezinnen de nieuwe samenleving, vier jaar later was het getal der Münsterlandse kolonisten, vooral afkomstig uit het Hertogdom Aremberg Meppen, met tien vermeerderd, niet mede gerekend de drie protestanten, die op diaconale bedrijven, eigendom van de hervormde diaconie te Schoonebeek woonden. Volgens het geschrift van pater Kocks, uitgegeven ter gelegenheid van het eeuwfeest van de St. Bonifacius parochie te Nieuw Schoonebeek in 1949 hebben de Nieuw Schoonebekers vanaf 1823 gemeentelasten betaald en in hetzelfde jaar verlof gekregen voor een school.

   Burgemeester Cassa ingeschakeld

Het is ons niet bekend hoeveel gezinnen Nieuw Schoonebeek in 1637 telde, maar rustig kunnen we aannemen, dat deze jonge gemeenschap zich sterk uitbreide.

  Geen wonder, naar gelang het aantal kolonisten zich uitbreide, voelden de protestantse boeheers zich tussen hen al minder thuis. Dientengevolge waren verschillende Schoonebeeker eigenaren niet langer in staat hun boeën te benutten. Volgens mondelinge overlevering zou ook nog een andere factor in het geding zijn. Het onderhoud van de Schoonebeeker wegen werd n.l. o.a. berekend naar de boeplaatsen, die men in Nieuw Schoonebeek bezat, terwijl eveneens de verre van, sympathieke aangeschreven hand en spandiensten aanleiding waren om de booёn te verkopen. Immers zoveel minder gronden zoveel minder hand en spandiensten.

Keren we nu tot Nieuw Schoonebeek terug en laten we nagaan in hoeverre de overeenkomst van 1821 werd nageleefd. Over deze aangelegenheid worden we volledig georiënteerd door een brief van de Amtsvogt van Meppen aan burgemeester Cassa van, Dalen, dd. 3 Juni 1837. Het zal de  nazaten van de kolonisten uit die dagen zeer zeker interesseren de namen te vernemen van hen, waarover deze autoriteit zich beklaagt. De brief vangt aan met vermelding van het contract van 21 April 1821, waarbij aan  de Nieuw Schoonebeeker Kolonisten toegang tot kerk en begraafplaats van. Hesertwist werd toegestaan en herinnert er aan, dat de Nieuw Schoonebekers per gezin een jaarlijkse bijdrage van anderhalve “Reichsthaler Conventions Münze" voor de kerkelijke kosten moeten betalen.

 Nalatig

Verschillende kolonisten, zo vervolgt de Amtsvogt tonen zich echter zeer nalatig in de betaling van deze bijdrage. Dit betreft over de jaren 1834, 1835, en 1836 Joh. B. Jansen, over 1935 en 1936 Friedr. Kärperin, Heinr. Diers, G. Heinr. Düsing (thans Joh. B. Röckers, werd er bijgevoegd), Herm. Bd Kües, Joh. Heinr. Wubbels, Gd Pöttker. Heinr. Ricken, over 1836 Jos Scherpen, Georg Bruns (heeft op de achterstand 4 stuiver betaald), Bd Heinr. Neinstein, Gd Heinr. Schwieters, Bd Heim. Lammers, Joh. Heinr. Levering. Joh. Heinr. Wessels, Bd Mers, Joh. Gd Berling, Joh. Bd Blaue en Joh. Herm. Wubbels.

 Hulp gevraagd

Dat zag er dus niet best uit en we stellen ons voor, dat, de verhouding tussen de Schoonebeeker en Twister kerkgangers wel eens te wensen overliet. En toen het de geestelijke overheid niet gelukte de rechtmatig verschuldigde bijdragen binnen te krijgen, werd de wereldlijke, overheid in Nederland te hulp, geroepen.

De Amtsvogt verzocht vervolgens burgemeester Cassa om deze, nalatigen aan te manen.

De kolonist Bern. Mers, die, gelijk we gezien hebben met betaling van ¾ gedeelte kon volstaan, omdat hij geen volle plaats bewoonde, was inmiddels naar een vol gewaardeerde plaats vertrokken of had kans gezien zijn plaats zodanig uit te breiden, dat ze voor vol moest worden aangemerkt. Deze omstandigheid blijkt de Amtsvogt bekend te zijn en prompt haastte hij zich om er de aandacht van burgemeester Cassa op te vestigen.

"Mers hat bisher nur für ¾ tel Plaatze 1 f 18 St., 4 D. bezahlt, jetzt aber wohnt er auf einer vollen Plaatze, mithin ist er auch verpflichtet den vollen Beitrag ad 1½ Rthaler Conv. Münze zu zahlen".

             Kolonisten

Maar daarmee is de kous niet af. De Amtsvogt blijkt prima georiënteerd te zijn, want hij somt veryolgens nog twee en twintig kolonisten op, die na afsluiting van het contract zich in Nieuw Schoonebeek "haben angesiedelt" t.w. Herm. Heinr. Kuhl, Bd Alfers, J. H. Beikel, G. H. Wenneker, J. H. Hüsers, W. Jaske, W. Tinder, G. Kramer, J. H. Höltershinken, G. Herbers, J. B. Kämpker, G. H. Raakers, B. Mers, J. H. Borgmann, J. H. Lammers, J. H. Ahlers, H. Temmen, G. Borgmann, R. Koop,  B. H. Mues, H. H. Konen en H. H. Borgmann.

Deze kolonisten hebben vanaf hun vestiging in Nieuw Schoonebeek steeds de kerk in Hesepertwist bezocht en zijn dus verplicht sinds hun vestiging in het nieuwe gebied de jaarlijkse bijdrage te betalen. Hoe lang de laatstgenoemden echter in Nieuw Schoonebeek gewoond hebben, is de briefschrijver niet bekend en ook laat hij in het midden of zijn opgave wel volledig is. De bemiddeling van burgemeester Cassa zal zeer op prijs worden gesteld, waarbij nog wordt opgemerkt, dat J. H. Hüsers al over één en W. Jaske en G. Herbers al over twee jaar hebben betaald.

De brief besluit met de jeremiade, dat de kerk in Twist helemaal geen vermogen heeft en volledig op de bijdrage van de kerkenlieden moet drijven; om de bijdrage van de Nieuw Schoonebeeker kolonisten is ze derhalve dringend verlegen.

Tot onze spijt is het ons niet mogen gelukken via het gemeentelijk archief van Dalen gewaar te worden, hoe burgemeester Cassa op het vorenstaande heeft gereageerd.

www.oud-schoonebeek.nl