Leden van de Etstoel
N. D.V.A. 1917.
DE LEDEN VAN DE ETSTOEL VAN DRENTHE.
De Etstoel vond zijn oorsprong in de Saksische volksvergaderingen. Waarschijnlijk heeft de leider der vergadering voor iedere zaak uit het verzamelde volk eenige oordeelvinders benoemd, die later niet meer voor speciale gevallen maar voor eenigen tijd door hem werden aangewezen, zoo ontstond gaandeweg de Etstoel, een college, dat niet alleen recht sprak, maar ook voorschriften gaf van algemeen bestuur. (Mr. J.G.G. Joosting Ordelen van den Etstoel van Drente 1518 -1604, Inleiding bl. XVIII.). Dit college bestond uit Drost en 24 etten, met den landsschrijver als grifier, benevens (na 1609) een bijzitter of assessor. De etten werden gekozen uit de voornaamste ingezetenen en wel "uyt ieder dinxpel vier, wesende eygenerfde in den lande van Drenthe, loofweerdige mannen, sonder onderscheyt van edel ofte onedel, en behooren te connen lesen ende schrijven ende in eygendom te hebben een vierendeel waerdeeld ofte ten minste sijn goet 500 carolus guldens waert te wesen." (Landrecht van Drente, d.d. 1614 art. VII).
Elk jaar traden de twee oudste etten af en werden twee nieuwe gekozen, De aftredende waren eerst het volgend jaar herkiesbaar en werden dan geregeld herkozen, zoodat elk der 6 dingspelen a.h.w. 6 etten had; 2 oude, 2 nieuwe en 2 rustende. Zij werden gekozen voor de helft door den drost (drost-etten) en voor de andere helft door de overblijvende etten (boeren-etten). Iemand die – voor 1614 - weigerde de benoeming aan te nemen, verbeurde 15 mark ten voordele van den drost en noch hij noch een zijner erfgenamen mocht ooit weder in den Etstoel zitting hebben.
Na 1614 bedroeg deze boete 30 goudguldens, half voor den drost en half voor den Etstoel. (t.a.p. art. VIII.). De eed behoefde alleen bij de eerste zitting afgelegd te worden, ook bij de volgende verkiezingen kon daarmede worden volstaan.
Indien geen geldige redenen van absentie, als ziekte e.d. aanwezig waren werden de wegblijver beboet met een boete van 2 goudguldens ten voordele van den drost en een voor de aanwezige etten. Hij die niet aanwezig was els de klok luidde ten teeken, dat het lotting begon (voor 1553 des morgens,"bij klimmender zonne" en later om acht uur), verbeurde een ton bier, of hij moest kunnen bewijzen, dat hij door den nood gedwongen was te laat te komen. Ook mocht niemand de vergadering verlaten, op verbeurte van een zelfde boete.
Drost en 24 etten besloten 31 Maart 1600 o.a.. dat in het vervolg uit de domeinen zou worden betaald: aan den drost 8 Keizer-gulden, aan de etten, edellieden zijnde. 4 Keizer-gulden en aan de boeren-etten 2 Keizer gulden, om daarvan hunne verteringen op het lotting te bekostigen.
De etstoel werd op 30 September 1791 vervangen door het Hof van Justitie, bestaande uit Drossard en acht Raden, waardoor hij geheel van karakter veranderde. Dientengevolge gaat ook de hier volgende naamlijst van etten tot dat jaar.
Omtrent verdere bijzonderheden betreffende den Etstoel raadplege men de Bijdragen tot de geschiedenis der vroegere crimineele rechtspleging in Drente en over den Etstoel van Drente in de jaargangen 1868 en 1892 van dezen almanak. De in laatstgenoemde bijdrage vermelde namen zijn ook weder in deze lijst opgenomen.
H.Bonder.