Diverse aantekeningen
Hand geschreven
De bisschopsberg voert die naam, omdat op dezelve de Bisschoppen van Utrecht als Graven van Drenthe werden gehuldigd. De huldiging als Lansvorst en Leenheer van de Heerlijkheid Coevorden geschiedde in de Kapel, Hulsvoord genaamd geweest welke vroeger tussen Coevorden en Dalen heeft gestaan, Sedert twee eeuwen misschien sedert Aannemelijk is van het gebouw geen spoor meer te vinden, maar de plaats waar hetzelve gestaan heeft, is algemeen bekend.
J.S.Magin: De voorm. Kloosters in Drenthe, 1846
Hand geschreven
Oudheden en gestichten van Groningen
Grunningerland, mitsgaders van het land
Van Drent uit het latijn vertaald van H.V.R. (1724) pag 551
Drentsche Volksalmanak 1903
Dalen
Plm 1435 een lijst der Drentse Ridderschap.
Hierop komen voor de drie gebroeders
Johan van Steenwijk tot Dalen
Aelbeert van Steenwijk tot Dalen
Stjohan van Steenwijk tot Dalen
Grensscheiding met Coevorden (pag 59 Podagristen)
1641 Reselutie Raad van State
21-12-1641 werd orde gesteld op het graven van turf op de grens van Dalen en Coevorden.
1642 ; 15 Januari over het gebruik van den weg Naor Dalerveen.
Brief wisseling tussen Drost en Ged. Met Stadsbestuur en de commiandant van Coevorden over klachten van ’t stadsbestuur wegens de voorgenomen plannen voor een slagboom op de weg naar Dalen (1654)
Pluntein zijn plan hebben op vergook z’n Coevorden en licenmeester???
Ook 1657 hommeles. Oploop commandeur van Coevorden werd den scheidingsloot Coevorden – Dalen gedempt. Dit had plaats met het oog op het gevaar voor droogmaking der moerassen, waardoor de verdediging van Coevorden werd verzeakt. Daarop protesteerden het provinciaal bestuur bij de Raad van State (vermoedelijk uit angst voor nieuwe geschillen.)
In de jaren 1741 – 1754 toestand niet duidelijk zo moest een zekere Hr Brink aan voorz. En gedeputeerden een request om een afgebroken schuur van het grondschat register van Coevorden af te voeren en te brengen op die van Dalen.
(pqg 73 (289) Coev arch.)
(1793. zie pag 179 Arch. ????)
handgeschreven
Wachtum
Wachtman – Anno 1381 – 1383 zie Hillebaldine
Wachtmen – toe Wachtmen anno 1550 (Ordelij blz 231)
Hillebaldine goed te Wachtum
-dit god to Hillebaldine gelegen to Wachtman in het kerspel van Dalen anno 1381 a 1383 (lijst der leenmannen van het Sticht?? (No Reg. en Rek. blz 774)
Geslachten Hillebaldineege – teijden H. anno 1382 a 1393 ( tzpl noot 2)
Wachtem/Dalen
Actum op den Landsdach gehouden binnen Groningen den letsten November 1621
Op to Request van dien van Wachtmen versoekende in de Lingsche contributen gesubleneert te worden bij dien van Zuidenveld en specialijk bij dien van Emmen, Sleen, Zweelo en Daelen met vijf gemaentlij volgens de resalutie van Hr Drost en gedeputeerden 26 Maij 1608.
Is geapprekt wordt verslaan bij Ridderschap en eijgenerfden dat die van Emmen, Sleen, Zweelo, de Supplten te hulp sullen Coemen met en ge moetlij sonder meer.
Wachtem (Landdag 19/3 1754)
Buurtschap Wachttum in zomer 1753 diir een extra ordinair onweder van regen en hagel zoodanig overstroomd gevonden, dat al haar zaadgewas van winter en zomerrogge genoegsaam geheel waar bedorven, zoodat ze niet in staat zoude zijn van al haar verbouw hun land wederom te kunnen besaijen, veel min het nodig voedzel voor menschen en vee bekomen, ook daar er biven bij na al haar vee in de herfst 1750 an de grosserende ziekte hadden verloren, weshalve versogten, dat aan haar remis van een jaar Schattinge, minderende 931-4-6 mogte worden verleend.
Weledelen R. en Eijgenerfden aan de Remonstranten een jaar vrijdom van de ommeslagen geaccordeert.
Zelfde Landdag verzoeke een zekere Freriks te Wachtum om een pernideren voor zijn zonetje dat met verscheidene lichaamsgebeken en wanschapen gestalte zeer mismaakt en bijna van zijn verstand ondeloos, geen hoop op herstel, kan nooit zelf de kost kunnen verdienen.
Landdagprotocol Statenarchief Inv 6 XII
Landdag 18/3 1755
Op de Request van Sasse Luigies, alhier ten Pat, Jan te Pat en Kleine Luigies op den Pathuis, vertonende de voor ongeveer twintig jaren gelden, die van Dalerveen eb die van Schoonebeek een Scheidinge tuschen Dalerveen en Schoonebeek hadden gemaakt met een sloot hetwelk tot werkelijken schade en nadeel van Remonstranten souden strekken, dewijl daarvan niet alleen des winters, maar ook zomers bij hoogf water haar saaij en hooijland overstroomt zoude worden, vermits geen afleidinge van dat water zoude heleen en ook voorheen daar nooijt geen waterloop waar geweest: Weshalven versogten den die van Dalerveen en de eene van Schoonebeek mogten worden geordoneert, om gemelt sloot en waterloop, wederom te machen toedammen en dan haar scheidinge door Palen en Balken mogten reguleren.
Weledelen de Heeren Ridderschap en Eijgenerfden dit versack gerenvoijen en de ordenans Cours van Justitie
Dalen is een der vele Drentse vindplaatsen van Naeliische ertefacten (Drenthe I, 82)
En nog altijd compareert op de leggers van haar predikants tractament te Schoonebeek, Raderwolde, Emmen, Roswinkel en Dal;en een “ijzeren koe”, een bepaalde som die den predikant bij zijn komst wordt ter hand gesteld, die hij bij vertrek weer aan kerkvoogden moet uitkeren. (Drenthe I, 311)
…andere delen door herbouw of ingrijpende wijzigingen hun karakter geheel verloren, zoals die van Dalen (op de verdienstelihjken gotische toren na) (Drenthe 1 375)
Dalen
Nabij het huis van Geert Smidt te Dalen is op een diepte van plm 1½ m. de oude kano gevonden 1902 (DvA 1903)
Dalen
Diakenen van Dalen verzoeken in 1809 de Landdrost om approbatie van een contract, waarbij zich de inwonwers van Dalen verbieden geen huizen te verhuren aan personen uit het Renikewinsche, mogtenzij niet voorzien zijn van borgtochten voor 12 jaren, ook voor vrouw en kroost volgens de notulen van het Landdrostumlet van 21en Januari 1810 werdt dit verzoek gehouden in advies; het komt in latere notulen niet meer voor, zoodat er geen besluit op schijnt te zijn genomen.
(D.V.A. 1907)
Veenhuizen (J.G.C.Joosting, Dr Plaatmann.)
Vennehus – anno 1276 zie Padhuis: Pathuis de domo dicta Venehus anno 1315 (Chart. Drenthe)
Vennehusen Picom Suda domus Venehusen anno 1276 (Chart. Drenthe); anno 1315 zie Padhuis of Pathhus.
Vennehuse Pecora sua dommus Venehuse, als 1315 (Charter Drenthe)
Den Venne – dan goed ter Venne anno 1341 (Chart. Drenthe).
Venninghe hus – bi der Venninge hus als 1341 (tzpl)
Geslachten:
Venne Arnold van der Vene anno 1333.
(divers vd bisschop. H.Reg en Rek blz 435)
Veenhuse 1) – Launer ter Veenhuse anno 1518 (Orv. Blz 204)
Veenhuijss 1) – Lauren ter Veenhuijss anno 1548 (Ordelen blz 208)
Veenhuijser 1) – Laurnse ter Veenhuijsen anno 1549 (Ordelen blz 215)
- Het is niet zeker tot welke van beide Veenhuizen in Drenthe dit latschking staat.( er is ook nog een Veenhuizen in de gemeente Norg)
Dalen (Mr J.G.C.Joosting, Dr Plaatmann. Pag. 35)
Dalen – cines de Dalen anno 1276; den van Dalen No 34 (Chart. Drenthe); de Dalen … di suelis… cedesiarun rectoria,anno 1355 (Chart. Rijksarch. Utrecht), anno 1384 a 1383, zie Hillebaldine; tot Dalen, anno 1347 (Chart. Rijksarch. Utrecht); custos de Dalenanno 1431; Schulte to Dalen anno 1481 (Chart, Drenthe) oder buere van Dalen anno 1519 (Ordelen blz 12); den pastore van Dalen anno 1549 (a.n. blz 208); ’t Dalen anno 1554 (a.n.blz 289) ; van Dalen anno 1600 (a.n.blz 421)
Daelen – in Beijlen, in Daelen …. Ecelesiarun ..rectorebus anno 1356 (Chart. Rijksarch.
Utrecht); viearium tot Daelen anno 1525, (Ordelen blz 45); tot Daelen anno 1544
(a.n.blz 141); den buren van Daelen, anno 1550 (a.n.blz 238)
Dale – anno 1381 anno 1383, (zie Oldine). Oldine, goed in kerspel van Dale
- dat goet to O….. in den kerspel van Dale, anno 1381 a 1383 (Lijst der leenmannen opt fliche M. Rek en Rek. blz 775)
Dalenne - te Dalennen anno 1542 (Ordelen blz 111)
Dalenn - den pastor van Dallenn anno 1543 (a.n.blz 131)
Dallen – die bouren van Dallen, anno 1551 (a.n. blz 265)
Geslachten: Dalen - Copekine van Dalen anno 1350 (Chart. Rijksarch. Groningen); Bladewinnus de Dalen, anno 1363 (Pleg. Avin. Urbani papae V. om 4 fol. 39. verso Vaticaan Rome); Johan van Dalen, anno 1534 (stuk Drenthe) ; Tonijs van Dalen, anno 1599 (Ordelen blz 403)
Dalen Holsloot
Actum op ten Landsdach gehouden toe Groningen de 12 Februari 1622.
Op te proposdei van Hr Drost en Gedeputeerden oft niet de Carspelen met derselvens onderhdeleenden di Buursschappen gehouden zijn de Brugge bij Holsloot eenmael ten versoute derslven Carspelen bij de Landschap gedaen maeken (met sulken bedinge, dat de onderhouduige overstaan bij den Voord Ingesetenen sal geschieden in conformiteit van resolutie bij Ridderschap en eijgenerfden op ten Landsdag dij 18 Februarij 1614 gendemen) voertaen tot Haeren Costen te onderhouden.
Is geresalveert bij de voortz resolutie te verblijven en dientengevolgens den voortz. Crspelen geloot de gemelte Brugge behoorlijken en de ?? Vorigen deselve eenmaal bij de Landschap is gedaan macken te repareren tusschen en d Maij aneonslig?? Authoriseerde bij Hr Drost bij fochte ?? gebreken?? Van dien deselve Brugge op dubbelde Costen van hen luiden, te over maken en den brentevelligen door eene volgens ouder asantie te exauteren.<Ende wordt van gelijken verstaan van hen hedeggen van ´t fonder, bij Clinke moelen op ´d olde plaats, binnen gelijk tijd, ende bij gewoonlijk breuke
Dalen
Actum op den Landsdag gehouden binnen Assen den 10 Januari 1625.
Jantie Loevinge tot Daelen is geaccordeert toe subsidie van haar huis en goet, ´t welk zij in brandt verloeren heft de summe van een hondert daeler.
Clinckhamer toe Daelen ten selve aegarde geaccordeert vijf en twintig gl.
Geert Barthaldus, schoenmaker toe Daelen insgelijke tot subsidie om de schaede die hij in den brand verloeren, heft geaccordeert vijftij gl.
Brand
Actum op ten Landsdag gehouden binnen Assen den 7 Februarij 1612.
Tot voercoeminge van de meenigvoldige Schaede van den Brandt is meede geresalveert, dat in ijder Buurtschap twee Brandtkaeken, sullen gemaekt worden en gehouden worden. Welverstaende dat in de Kerk toren de voorz. Brandhacken buiten an de Kerke sullen gehangen, om in tijden van noet gebruikt te worden.