Oorlog en bevrijding J.Rotmensen

Overgenomen uit een onbekende krant

De redactie heeft in dit nummer ook aandacht willen besteden aan de periode 40-45. Veel is er de afgelopen maanden over de gebeurtenissen tijdens die donkere dagen al gesproken en geschreven. maar het leek ons een goed idee hier een stem van een Schoonebeeker te laten klinken die een persoonlijk verslag geeft van zijn belevenissen in die tijd.

De schrijver van onderstaande herinneringen is Jan Rotmensen Europaweg 184. Schoonebeek ..

Herinneringen aan de oorlog 40-45 en de bevrijding van Schoonebeek.

 Ik ben in februari 1931 geboren en heb dus deze periode als 9 tot 14 jarige beleefd. Iedereen zal wel zijn eigen herinneringen hebben.Hier mijn gedachten.

  Aangezien ik als jongen voor de oorlog met mijn ouders wel bij familie in Duitsland kwam. weet ik dat dat vooral in 1936/39 daar een andere sfeer heerste dan bij ons. De discipline van de Hitlerjugend en van de Arbeitsdienst-kampen (vlak over de grens) 'was bij ons onbekend.Na de inval in Polen waren er in Nederland veel mensen die vreesden dat Duitsland ook ons land zou bezetten. Vlak over de grens waren veel militaire activiteiten en toen mijn vader aan Duitse boeren vroeg wat al die soldaten daar wel deden. durfden ze niet te zeggen dat Nederland ook wel aan de beurt zou komen.

Hier was het gesprek van de dag dat in 1938 de Joodse familie Palm van Nieuw-Amsterdam naar Amerika vertrokken was.Dat was kort na de Kristallnacht. 9 nov.1938. Dit was een gegoede familie naar wie nu nog een straat is genoemd.Maar zeer weinig Joden hadden ook maar een flauw idee wat hen nog te wachten stond. maar deze mensen hadden hier geen rust meer.

We hadden in de derde klas van de de school voor het eerst echt met oorlogsdreiging te maken. nl. toen in de nazomer van 1939 gemobiliseerde soldaten in onze school werden ingekwartierd.Ook werden er paarden voor ons leger gevorderd, wat later tijdens de bezetting werd herhaald. Toen werden er
echter allerlei trucs bedacht om de paarden toch te houden.Had de buurman een klein veulen bij een merrie dan ging hij 's morgens eerst met paard en veulen naar de Duitsers en 's middags bonden wij datzelfde veulen aan ons paard. Er was nl. een grote kans dat ze zogende paarden niet meenamen.

Toen kwam 10 mei 1940. We hoorden 's nachts de Duitse vliegtuigen en daarna trokken de hele dag enorme colonnes cavalerie vanaf Twist richting Coevorden en Dalen.

Ik heb de hele dag voor het raam en aan de straat gestaan.
Zoiets had ik natuurlijk nog nooit gezien.Doordat de gemobiliseerde soldaten voor de winter waren weggetrokken is in Schoonebeek geen schot gelost. Anders was het in Coevorden waar direkt de bruggen de lucht ingingen en waar bij het Krimkanaal nog even heviq is gevochten. (Zie voor meer informatie het. Boek van Brand, een Coevordenaar. "De lange morgen in mei")

Na het bombardement op Rotterdam moest Nederland capituleren.
Bij deze 5·daagse oorlog zijn in de grote gemeente Emrnen 17 jongens gesneuveld en 3 geboren Schoonebeekers nl. Roelof Meijering. Hendrik Koops. die toen al op Slagharen woonde en Derk Brones enige zoon die in Nw. A'dam woonde.

 Het eerste jaar veranderde er nog niet veel,maar geleidelijk werden de teugels aangehaald.De Joden moesten eerst een gele ster dragen en wij moesten in 1942 onze radio's inleveren en geleidelijk kwam er toen ook meer verzet. Veel van onze volwassen jonge mannen moesten in Duitsland werken, want daar was ieder van 17 tot 40 jaar aan het front.Doordat de Schoonebeekers veel contacten over de grens hadden, zijn de meesten van      ons daar bij boeren terecht gekomen.      .

De toestand werd er hier niet beter op toen onze burgemeester Van Eck werd gearresteerd en naar Vught werd gebracht. (Hij is later wel teruggekomen) Zijn vervanger was de NSB-burgemeester Bisschop.

Grote beroering ontstond toen alle Joden uit Coevorden en Nw. A'dam werden opgehaald. Deze mensen kenden wij allen omdat zij veehandelaar" of middenstander waren en Schoonebeekers veel zaken met hen deden.

In Emlichheim waren 2 Joodse families. Bij hen waren in de Kristallnacht de ruiten al ·ingegooid.

Veel jongens die weigerden om in Duitsland te werken. waren ondergedoken en zodoende waren er ook in ons dorp onderduikers uit alle windstreken. vaak onder een andere naam.

Onze onderduiker kwam uit Erm,maar toen in de nazomer van '44
burgemeester Bisschop op het gemeentehuis werd, doodgeschoten door het verzet werd het hem hier toch te benauwd en is hij naar Nieuw-Schoonebeek vertrokken. Daar zat zijn broer ook in de buurt.Want deze jongens zaten niet altijd in huis opgesloten. Ze werkten gewoon mee op het land, al was het natuurlijk altijd oppassen geblazen.

De nieuwe burgemeester werd Verbeek ook een NSB'er, die tot het einde van de oorlog bleef en toen weer werd opgevolgd door burgemeester Van Eck.

De aanslag op het gemeentehuis had tot gevolg, dat verschillende mensen van het verzet werden gearresteerd en niet terugkeerden. Hun namen staan op het monument op het oude kerkhof.
Allen heb ik goed gekend.

Al waren dan onze radio's afgenomen. de meesten hadden wel een oud ding op de kop getikt, zodat we toch konden luisteren naar Radio Oranje uit Engeland.Maar ook door de pers die toen nog verscheen waren we er wel van op de hoogte dat het Nationaal Socialisme het door zijn twee-fronten-oorlog en bijna de hele wereld tegen zich. niet zou kunnen volhouden.Vooral 6 juni 1944, de landing in Normandie en de snelle opmars door Belgie en Zuid-Nederland deden nieuwe hoop gloren. September 1944 bij Arnhem was echter een tegenvaller en het offensief bleef steken.

Ook werden we wel door geruchten gewaar. o.a. van Duitse boeren en familie, dat het in Rusland na de verloren slag bij Stalingrad niet meer zo best ging.

In de herfst van 1944 moesten alle Schoonebeeker mannen tussen 17 en 55 jaar naar Dieverbrug en Dwingeloo om voor de Organisatie Todt tankwallen te graven. Mijn vader is er twee keer 14 dagen heen geweest.

 Over Schoonebeeker boeren bij Dieverbrug is het volgende lied gemaakt:

Maandagmorgen bracht de post een briefie in de bus.

waar opstond dat ik woensdag al noa Dieverbrug toe mus.

Mien moeke zee: Mien lieve jong. hoe mut dat met dien rug?


Moar ik truk een schoon hempien an en ik ging noa Dieverbrug.

En we moesten sjouwen en stellings bouwen al was het ok de hiele week

't kan ons niet schelen. we kunt wat velen'

we zijn het volk van Schoonebeek.

Zo stond ik dus in Dieverbrug, met bloaren in mien hand.

met sputters op mien overhemd, mien klompen vol met zand,

maar als ik in de wildernis stond met een rechte rug

dan dacht ik: 't kon nog erger zijn dan hier in Dieverbrug

 

Wij hebben als kwajongens achteraf enorm gevaarlijke dingen uitgehaald. Ik ging in die tijd net naar school. Op een keer kwam ik samen met twee buurjongens terug van knollen trekken voor, het vee op de oude smalle Nieuw-Amsterdamseweg. We hadden de zakken volgestopt. Opeens kwamen er drie Duitse legervoertuigen van Nieuw-Amsterdam. Wat we niet zagen. was dat die vol soldaten zaten. Wij gooiden al onze knollen tegen de auto's aan. Zij onmiddellijk op de rem en er sprongen zo'n man of tien met geweren uit. Ik zeg tegen mijn buurjongens: "In de sloot en als ze beginnen te schieten, in die duiker kruipen! "Maar ze hebben die knollen eens opgeraakt en bekeken en zijn weer ingestapt en verder gereden. Ze dachten zeker dat we met handgranaten gooiden.            

Ook was er in augustus '44 een klein luchtgevecht tussen twee duitse jagers en Engelse bommenwerpers. Deze lieten toen al hun brandbommen,fosforbommen vallen waar de Bultweg ophoudt in de Beeklanden.Daarbij is de boerderij van Kolenbrander afgebrand. Al die bommen die in de weilanden waren gevallen, waren niet ontploft. Wij natuurlijk elke dag daarheen om te proberen ze tot ontpIoffing te brengen. Deze bommen waren 40 tot 50 cm. lang en zeskantig. Eerst lukte het niet zo best, maar bovenop zat een veiligheidspen. Die lichtten we met het zakmes iets op en smeten dan de bom tegen een boom, snel dekken en dan kwam er een enorme steekvlam uit. Zo hebben we wel 100 onschadelijk gemaakt. De boeren die daar op het land waren, joegen ons wegens het gevaar weg. Toen zijn we een hele zondag bezig geweest. We riskeerden veel, maar alles is goed afgelopen.

De oliewinning was hier in 1942 op gang gekomen en in het laatst van de oorlog waren hier zo'n 7 a 8 boorputten in werking, welke tegen het eind van de oorlog regelmatig door Engelse jachtvliegtuigen werden beschoten. Bij iedere boring was een schuilkelder gebouwd van dik plaatwerk. met 2 a 3 meter zand bedekt en met 2 ingangen. Wij zaten daar vaak in.
Achteraf gezien hebhen we soms dingen uitgehaald waarvan het een wonder is dat het goed is afgelopen. Vooral'mijn beide buurjongens, de gebroeders van Dijk, die ruim zo oud waren als ik en die in 1952 naar Canada zijn geemigreerd. sloopten alles wat we te pakken konden krijgen van neergestorte vliegtuigen. Alles ging tusssen de bankschroef en werd met hamers bewerkt.     

Na de aanslag op burgemeester Bisschop werden onze dorpsgenoten veldwachter Kippers, Jan Ludwig en de heer Tiekstra van de zuivelfabriek gearresteerd.

Op 8 januari 1945 werd bij de buren achter ons door landwachters een inval gedaan. Daar zaten meerdere onderduikers die we dagelijks ontmoetten. Twee waren juist , die avond niet thuis en zijn later op tijd gewaarschuwd en zijn niet gepakt. Maar Schoonzoon Grooters en meester Veldwachter, hoofd van de lagere school zijn meegenomen en niet teruggekeerd. Ook hun 25 jarige zoon Geert moest mee. Deze kwam eind mei 1945 terug uit een kamp bij Wilhelmshafen.

In de herfst van 1944 kwamen al  Duitse troepen op terugtocht door ons dorp. Ze hadden allerlei goederen bij zich, voer voor paarden en vruchten, graan en roodbont vee. Overal werden schuttersputten gegraven en auto's werden ingegraven onder bomen ter bescherming voor Engelse jachtvliegtuigen. Ze trokken vooral 's nachts verder. Soms bleven ze een paar dagen in Schoonebeek hangen. Dit waren soms ook wel wat oudere militairen. Zo kwamen eens een paar soldaten uit Mecklenburg bij ons thuis en die hoopten dat hun oorlog snel zou zijn afgelopen. lk had nogal wat belangstelling voor hun spullen en mocht hun karabijn eens in de hand nemen en richten in de lucht. Ze hebben me uitgelegd hoe hij werkte en hoe je moest laden. Iets wat in oorlogstijd nooit kan en mag; in een vijandelijk land een wapen afgeven. maar die mannen was het wel duidelijk. Wat  een verschil ook met de intocht in 1940. Nu waren het ongeordende troepen die echt waren uitgedund.

Op Palmzondag 1945 kwamen we uit de kerk een grote groep boeren tegen uit Markelo. Ze moesten enorm veel spullen vervoeren richting Meppen voor de Duitse Wehrmacht. Ze zijn later wel allen teruggekeerd. Daarna ging alles heel snel. Pasen '45 lag ons dorp vol Duitse soldaten met veel paarden. Bij iedere boer stonden de schuren vol met manschappen en paarden. Wij hebben het nog nooit zo druk gehad. We sjouwden alles af om te kijken hoeveel er bij ieder waren. Met de soldaten die bij ons waren, werd nog wel ruilhandel gedaan. Een Duitse luitenant zei tegen ons dat over zo'n 5 dagen de Tommies er zouden zijn en hij bad achteraf gelijk. Er zijn toen bij sommige boeren nog vee, paarden en wagens gevorderd. En fietsen niet te vergeten. 's Avonds kwamen soldaten die bij onze buren waren om onze wagen mee te nemen. Maar wij hadden met onze luitenant geregeld dat we de wagen konden houden in ruil voor ... paaseieren.
Op 8 april zijn in Noord-Barge bij de brug over het OranjekanaaI na een kort. hevig gevecht 13 boerderijen in brand geraakt.De Poolse brigade onder bevel van generaal Mazeck die verleden jaar op 102-jarige leeftijd is overleden. stootte hier op tegenstand van een Duitse eenheid die zich aan de overzijde had ingegraven. maar toen spoedig capituleerde. De volgende dag zijn we er direct naar toegeweest om te kijken.
Elke dag gingen we toen naar Coevorden. Op een middag waren we bij Vlieghuis nesten uit de bomen aan het halen toen we een enorm geratel hoorden dat maar niet ophield.Ook het schieten was niet van de lucht.De boeren stonden allemaal te luisteren. Het bleken Canadese tanks te zijn die van Emlichheim via Laar over de oude klinkerwegen Coevorden binnenvielen. Een boerderij op Esschenbrugge is hierbij afgebrand, die lag in de vuurlinie.Ook werden verschillende huizen in Coevorden beschadigd. En de brug bij Hommo Koster ging binnen 5 jaar voor de tweede keer de lucht in.De Canadezen moesten een baileybrug bouwen. Na een een kort gevecht was voor Coevorden de oorlog voorbij. We gingen daar toen elke dag de Canadese tanks en manschappen bewonderen en we kregen sigaretten en chocolade. 

In Oud-Schoonebeek is toen de bevrijding zonder gevechten verlopen.  De vlaggen kwamen uit. Iedereen kwam het dorp in. de oorlog was voorbij.

Nieuw-Amsterdam echter was nog bezet en toen wij aan de Nieuw-Amsterdamseweg aan het aardappel poten waren, kwamen er drie zwaarbewapende Duitse militairen aangereden, de handgranaten hingen aan het stuur. Ik weet niet precies meer of er van Schoonebeek naar Coevorden is gebeld, maar een paar Canadese half-rupstanks ratelden naar Schoonebeek. Na een kort vuurgevecht hebben de drie Duitsers zich overgegeven en ze zijn meegenomen naar Coevorden.

Overal waren feestelijkheden. het was een uitbundige bevrijdingsroes.ln grotere plaatsen in Nederland waren veel Canade-
zen gelegerd. Er was toen het bekende liedje:"Trees heeft een Canadees." Veel Amerikanen en Canadezen kregen hier verkering, wat natuurlijk niet uit kon blijven. Een jaar later ging het gezegde: "Als er over 20 jaar weer oorlog komt. hoeven ze
alleen maar een schuit vol uniformen te sturen, de Canadezen zijn er al."

Omdat de Schoonebeekers altijd al veel bekenden en familie in Emlichheim hadden, trok een grote groep Schoonebeekers daar heen, maar een aantal kwam op de koffie, want de Amerikanen beschouwden hen als ongewenste pottekijkers. Ze werden gearresteerd en meegenomen naar Twente. Vooral mensen uit het Oostersebos waren de sigaar. Ze zijn overigens wel weer vrijgelaten.
Wijzelf zijn niet verder gegaan dan Wosten. waar we we veel familie en kennissen hadden om te informeren of ze nog wat van
hun jongens en mannen wisten, want van heel wat gezinnen waren er 2 of 3 aan het front. Van enkelen hadden we in de oorlog wel bericht gehad dat ze gevallen waren. De brieven heb ik nog wel thuis. Die onder de geallieerden krijgsgevangen waren gemaakt, waren dezelfde zomer weer thuis, maar die in Frankrijk en vooral die in Rusland gevangen genomen waren, zijn eerst in 1947-48 teruggekomen. De laatsten zelfs pas in 1950-51.

Tijdens de herdenkingsplechtigheid in de sporthal werd een toespraak gehouden door burgemeester Migcnels een de inhoud ook voor de lezers nog al indruk heeft gemaakt.  

Omdat we dachten dat men hier belangstelling voor heeft drukken we hieronder de tekst af.

5 mei - 50 jaar bevrijding.

Nederland herdenkt dit jaar dat het 50 jaar geleden werd bevrijd van de nationaal-socialistische bezetter. Net als bij vele andere herdenkingen roept, ook deze, herdenking meerdere vragen in ons op.

Waarom en wat herdenken wij precies.

  1. Welke consequenties heeft die herdenking voor nu en voor de toekomst.

Herdenkingen zijn voor de mens erg belangrijk. Ieder van ons heeft zijn eigen ervaringen, argumenten·en gevoelens, Maar ook voor ons als gemeenschap zoals we hier bijeen zijn gekomen is herdenken en is deze herdenking van groot belang. Het geeft een gevoel van verbondenheid en het is een manier om onze dank te betuigen. Dank te betuigen aan hen, die de bevrijding niet meer konden meemaken omdat zij onschuldig slachtoffer of bewust de bestrijders van een onmenselijk regime waren.
Het is een dankbetuiging aan hen die, toen het er op aan kwam, vonden dat er hogere waarden bestonden dan die van hun eigen leven.

Herdenken blijft echter een kwestie van gerechtigheid, gerechtigheid voor het feit dat velen het einde van de oorlog en het begin van een nieuwe toekornst niet konden beleven zoals wij.

Nu is er een duidelijk verschil tussen een herdenking van een gebeurtenis uit vroeger eeuwen en een gebeurtenis, die wij zelf bewust hebben meegemaakt. Gebeurtenissen uit vroegere eeuwen zijn na wetenschappelijk historisch onderzoek soms bevestigd, soms bijgesteld.
In de loop van de geschiedenis ontstaat echter vaak mythevorming. De gebeurtenis die wij nu herdenken hebben velen van ons echter zelf en bewust meegemaakt. De oorlogsgeneratie worstelt soms met de persoonlijke, dikwijls emotionele herinneringen aan die tijd, als deze door historici word er genuanceerd en van hun mythe worden ontdaan. De natuurlijke neiging ontstaat dan om te zeggen:  "Wie er niet bij is geweest kan het niet beoordelen."

Voor de naoorlogse generaties gaat het feitelijk alom zuivere geschiedenis, Hoe dichter zij echter bij degenen staan die de
oorlogsjaren bewust hebben meegemaakt, hoe sterker zij geneigd zijn om hun ervaringen tot die van hen te maken. Dat geldt zelfs nog voor kleinkinderen van de oorlogsgeneratie. Zolang die oorlogsgeneratie  nog leeft blijft de vraag wat wij precies herdenken en van wat wij de bevrijding vieren. Een ieder legt zijn eigen accent. Vaak zegt de een dat op het einde van het nazisme of van een totalitair bewind of van een vijandige bezetter. De herdenking wordt ook altijd verdedigd met het argument dat ze bedoeld is als waarschuwing voor het nageslacht.
Wat gebeurd is, mag nooit meer gebeuren! Bij dit argument kunnen vraagtekens worden geplaatst. De ervaringen van hen die de verschrikking van de oorlog hebben meegemaakt kunnen immers niet werkelijk worden overgedragen op de huidige en komende generaties. Dat de oorlog en de bevrijding ook nu nog zo sterk leeft in Nederland, ook bij naoorlogse generaties, is mogelijk dankzij het feit dat ons Larid na 1945 een onafgebroken periode van vrede heeft gekend.

 

www.oud-schoonebeek.nl