Het verzet in Schoonebeek
Verzet Schoonebeek greep 40 jaar geleden in
Schietpartij in gemeentehuis kostte drie doden
Door Harrie Timmerman
Op 29 juli van het oorlogsjaar 1943, volgende week veertig jaar geleden, klonken in het gemeentehuis van het anders zo rustige Schoonebeek revolverschoten. Verzetslieden maakten op dat moment een abrupt einde aan het leven van de fanatieke NSB- burgemeester G. Bisschop en de al evenzeer met de Duitsers heulende ambtenaar sociale zaken B.J. Oostindiën. Helaas viel er bij deze overval nog een derde dode, een man tegen wie de illegaliteit niets had, de leider van de distributiedienst, P.J. de Boer. Hij werd toevallig door een kogel getroffen.
De praktijken van burgemeester Bisschop en Oostindiën waren, geruime tijd een doorn in het oog van het verzet. Met z’n tweeën gingen ze veelal op pad, op jacht naar onderduikers. Vonden ze die, dan meldden de NSB-ers deze terstond aan de Nederlandse Landwacht of de Duitse "Grüne Polizei".
Burgemeester Bisschop nam persoonlijk deel aan razzia's om er getuige van te zijn dat de door hem ontdekte (en doorgegeven) mensen opgepakt werden. Het koppel Bisschop-Oostindiën werd gezien als een regelrechte bedreiging van de vrijheid en veiligheid voor vele Schoonebekers. Alom zaaiden zij angst en vertwijfeling. De landverraderlijke elementen werden hoe langer hoe meer een gevaar voor het ondergrondse verzet en de goede Nederlanders. De toestand werd onhoudbaar; het werd een strijd van "oog om oog en tand om tand".
Richtlijnen
De Duitsers grepen vrij snel na het begin van de oorlog de internering van burgemeester Van Ek aan, om in Schoonebeek iemand aan het roer te zetten die zich nauwlettend zou gaan houden aan de door hen opgelegde richtlijnen. NSB-burgemeester Bisschop kreeg in Schoonebeek de teugels in handen.
Bisschop voerde een beleid naar de wil van de vijand. Een beleid van verraad waaraan tal van mensen ten offer vielen. Het Nederlandse verzet besloot aan die situatie een einde te maken door hem en zijn secondant te liquideren. Dat gebeurde op 29 juli 1943. Opluchting maar tegelijk ook verslagenheid vanwege de derde dode, heerste er na afloop van deze represaillemaatregel van de verzetslieden.
Ervaren
Oud-gemeenteambtenaar G.H. Wolken maakte de schietpartijk samen met twee collega’s van nabij mee. Hij weet zich het voorval nog als de dag van gisteren te herinneren. Meteen na dat de schoten op het gemeentehuis vielen, haaste Wolken zich naar buiten en verschanste zich achter een boom om te voorkomen dat rondvliegende kogels hem zouden treffen.
De oud-gemeenteontvanger (hij ging enkele jaren geleden met pensioen) zag op de bewuste dag een motor met twee mannen, waarvan een, zo bleek later, de dodelijke schoten loste, enkele keren voor het gemeentehuis langs rijden: "Het leek allemaal wat verdacht, vooral toen ze even stopten, en één van de mannen een snor opplakte", zegt Wolken.
Argwaan
NSB-ambtenaar Oostindiën zag de motorrijders ook en moet argwaan hebben gekregen. Nadat hij dit aan burgemeester Bisschop had doorgegeven, gelastte laatstgenoemde opperwachtmeester J. Kippers, de twee mannen die inmiddels bij het toenmalige café Dorgelo waren binnen gegaan (op geringe afstand van het gemeentehuis) in de burgemeesterskamer te brengen. De opperwachtmeester/veldwachter gaf aan dit bevel gehoor en direct nadat het tweetal de deur achter zich gesloten had, vielen er volgens de heer Wolken, schoten op de kamer van burgemeester Bisschop. Direct daarna vloog de deur weer open en vluchtte Oostindiën, achtervolgd door één van de verzetsmannen, strompelend de gang in, angstig roepend: "Pas op, er wordt geschoten". Meteen daarna viel de man bloedend neer en overleed ter plekke. In tegenstelling tot de andere gemeenteambtenaren, rende de heer P. de Boer, leider van de toenmalige distributiedienst, na het horen van de schoten de gang op, juist op het moment dat Oostindiën gevolgd door de schietende verzetsman passeerde. Dat werd De Boer fataal: hij werd getroffen door een kogel en overleed vrij snel daarna.
Burgemeester Bisschop moet bijna meteen na een schot in zijn hoofd zijn overleden.
Vrij snel na de overval en schietpartij verdwenen de twee motorrijders in de richting Coevorden. Even buiten het dorp, zo bleek later, gingen ze met motor en al in een gereedstaande vrachtwagen en bleven onvindbaar voor de bezetter. Hoewel niemand dit met zekerheid kan zeggen, wordt algemeen aangenomen dat de twee mannen niet een overval op het gemeentehuis voor ogen heeft gestaan, maar de executie bij het voormalige café hadden willen voltrekken, waarbij ze het in eerste instantie waarschijnlijk alleen gemunt hebben gehad op Oostindiën.
Laffe zwijnen
In de loop van die middag verscheen de Sichterheits Dienst' (SD) op het Schoonebeker gemeentehuis. Die stelde een onderzoek in naar het gebeurde, geassisteerd door Nederlanders op wie ze kon rekenen.
Het verhoor van de gemeenteambtenaren ging gepaard met veel geschreeuw en gescheld.
"We werden uitgemaakt voor laffe zwijnen", zegt Wolken, "ons werd verweten dat we de burgemeester niet hadden verdedigd".
De Duitsers zonnen op wraak en sloegen plotseling genadeloos toe. Zo arresteerden ze de politieman/veldwachter Kippers. Hij had de schietpartij kennelijk geaccepteerd en was niet in actie gekomen.
Kippers moest het met de dood bekopen. Hij werd opgesloten in een kamp en in het voorjaar van 1944 op de Waalsdorpervlakte in Den Haag doodgeschoten. In de hal van het Schoonebeker gemeentehuis herinnert een plaquette aan de dood van de veldwachter.
Opnieuw NSB'er
Oud-gemeenteontvanger Wolken zegt dat tegen de eigenlijke verwachtingen in, door de Duitsers geen verdere strafmaatregelen werden genomen. Kort na de dood van Bisschop kreeg Schoonebeek een nieuwe burgemeester: Verbeek, opnieuw een NSB'er, maar duidelijk minder fanatiek.
Wolken, die toen 27 jaar oud was, spreekt van "een hele consternatie op de 29e juli 1943". "Al zijn het ook misdadigers of je vijanden die worden gedood, het blijven mensen. Het doet je wel wat. Als ik er aan denk, hoor ik nog de schoten.