Meppelink Kuipers

H.Meppelink aan A.Kuipers

 

Aan mijnen Leermeester en Vriend onderwijzer A. Kuipers te Schoonebeek bij het nederleggen van zijnen betrekking.

 

Hoe zoet is na een dag van schijden,

Van nuttig werken, moedig lijden

De rust die ons de avond biedt;

Als we dan terug zien op ‘t verleden

Den strijd, met ‘t oog op God gestreden:

Hoe zalig voelt zich het hart dan niet!

Die avond van de dag des levens

Maar ook die zoete ruste tevens

Ontvingt gij van Gods vaderhand.

Ik zag U werken Ik zag U pogen

Om naar Uw krachten en vermogen

Tot nut te zijn voor eIken stand

En ik, die mij Uw vriend mag noemen

Die al mijn levenstijd zal roemen

Van uwe liefde en zorg voor mij

Ik wens U lang en rein genoegen

der rust, die Gij u toe zaagt voegen,

Daar Ik mij in uw geluk verblij:

Eens als uw huisgenoot verbonden

Om vreugd en smarten ongeschonden

Te delen, met onwrikbre trouw

Eens op uw schoolbank neergezeten,

Zal ik het nimmermeer vergeten

Hoe zacht uw hand mij leiden wou.

0 schone tijd die kindse jaren

Der eeuwen nacht reeds ingevaren

Met weemoed denk ‘k aan uw genot!

Die band der vriendschap blijve heilig

En zij voor eIken aanval veilig

Als staande onder d’hoede van God.

Mijn middagzon heeft ook geschenen.

De morgen is reeds lang verdwenen

Wacht mij ook d'avond en de rust?

Ik weet niet wat 't Alvermogen

Besloten heeft, maar uit den Hoogen

Verwacht ik licht en kracht en lust

W…………….. 't zij ons streven        (deze regel was niet meer te lezen)

In 't wislend en onzekre leven

Op God te zien in vreugd en nood

Wat dan op aarde moog bezwijken

De vriendentrouw zal nimmer wijken

De liefde blijft, ook in den dood.

 

1860.                           w. g. H. Meppelink.

www.oud-schoonebeek.nl