Pathuis en smokkelaars
Coevorden Huis aan Huis 2-7-2008
Smokkelaars hielpen mee op boerderijen.
Door Huid D. Minderhoud
Ze prikkelen de nieuwsgierigheid, de twee Saksische boerderijen die vlak naast elkaar op geruime afstand van. de Europaweg staan. Waarom staan ze niet wat dichter bij de weg en waarom zo apart? Bij de brievenbussen met de nummers 48 en 50 voert een asfaltweggetje naast een in een brede boomgordel overgaande hakhoutwal er rechtstreeks naar toe. Aan het eind van de zandweg bij de eerste boerderij staan Geesje Uninge-Brunink en haar zwager Bertus en ik val meteen met mijn neus in de boter. Keurig schoongespoten ligt daar een gevelsteen met de tekst 'Gebouwd in 1887 door Hendrik Gommer en Janna Gommer geb. Bruna'.
Het bouwjaar van deze boerderij is dus bekend en de steen is bij de laatste verbouwing in 1978 uit de baanderomlijsting verdwenen. Maar hij zal weer een passende plaats in de gevel krijgen. Ook de nog bewaarde levensboom, die eens het bovenlicht van de deur sierde, komt binnenkort terug.
Bertus wijst mij op de nog originele eiken kozijnen om de ramen en de deur. Ze krijgen juist een onderhoudsbeurt en het is heel bijzonder, dat alle hoeken rondgebogen zijn. Verder zijn er ook nog de gelobde windveren onder het rieten dak van de voorgevel, waarin zowaar ook nog witte porseleinen isolatiekappen bevestigd zijn. Herinnerend aan het bovengrondse elektriciteitsnet van weleer. Bertus heeft ook nog kopieën van officiële archiefstukken meegebracht om te laten zien, dat de Uninges en de Gommers eeuwenoude Schoonebeker families zijn. In 1654 werd Berend Uninge in het schatregister aangeslagen voor 6474 guldens en 90 stuivers en Geert Uninge voor 6625 guldens en 14 stuivers. In 1807 bezat Berend Uninge, genoemd in het kohier der vaste goederen onder meer 'een huis, een schuure en goren (moestuin). Zaailand 11 mud+woest veen boven de akkers'. Verder 'een volle gerechtigheid (een waardeel in de marke), een Boo een schuure en maagie' (bijbehorend hooiland). Eigenerfde en bemiddelde boerenfamilies dus. 'En Gommer dan?' , vraag ik. Ook daar heeft .Bertus gegevens over. Harm Gommer werd al in 1612 in het register van de bezaaide landen genoemd en aangeslagen voor 6 gulden.
Eigenlijk begint het verhaal van de twee boerderijen bij de achterste. Die bestond al in 1796 en het was eigenlijk alleen maar een veeschuur met een simpele woon- en slaapgelegenheid ervoor en een voor- en achtergevel van heide. Een soort boo dus. De familie Gommer voorzag de veeschuur later van een woonhuis en ging er permanent wonen. Tot 1887, toen Hendrik en zijn vrouw er een nieuwe boerderij naast bouwden. De oude (achterste) boerderij werd verpacht en zo stonden er voortaan twee boerderijen. Helemaal niet zo eenzaam, want ze stonden aan een landweg, die indertijd vanaf Weijerswold dwars door de oeverlanden van het Schoonebekerdiep liep.
Toen de familie Gommer in 1933 weer een nieuwe boerderij oostelijker bouwde, verpachtte ze de boerderij uit 1887 aan het echtpaar Engbert Uninge en Grietje Bonge. Bij de boerderij behoorden ruim twintig hectare cultuurgrond en Engbert en Grietje hadden twintig melkkoeien en twee 'belgen'. Ze kregen zes jongens, waarvan er drie niet voor het boerenberoep kozen. Hendrik trok bij zijn schoonouders in en Johan bleef vrijgezel en overleed jong. Hendrik Jan trouwde in 1965 met Geesje Brunink, waarna moeder Grietje, Johan en de jongste zoon Bertus in het voorhuis gingen wonen en het jonge paar in het achterhuis. Geesje en Hendrik Jan kochten in 1972 de boerderij en zetten het bedrijf tenslotte alleen voort. Ze kregen drie zoons en twee dochters.
Bertus, die nog naar school ging in Vlieghuis, ging er altijd over de landweg achter de boerderijen heen. Hij kwam dan ook langs de 'kommiezenhut' een hut die door de grensbeambten in de grond was uitgegraven. Wánt er werd begin jaren vijftig nog (on)behoorlijk gesmokkeld aan het Schoonebekerdiep. De smokkelaars kwamen 's nachts vanaf Stieltjeskanaal of Dalerveen recht naar beneden, bij de bos langs en gingen rechtdoor naar 't Schoonebekerdiep'. Het bos grensde bijna aan de beek, dus het. was hier een gunstige plaats. Soms brachten de smokkelaars overdag paarden of koeien naar een boer in de buurt, die een grote schuur had. Tot op een morgen de schuur plotseling weer wagenwijd openstond. Dan hadden de smokkelaars op een gunstig ogenblik 's nachts alle dieren het diepje overgejaagd, recht naar de wachtende Duitse boeren. Oude tijden, oude verhalen.
Nu woont Geesje nog met haar zoons Erik Jan en Gijs in de eerste boerderij. Hendrik Jan is helaas in 2005 overleden. De heidegevels van de achterste boerderij zijn inmiddels vervangen door houten topgevels. Hier woonde tot 1970 de familie Vrieling, waarna de familie Hendriks de nieuwe eigenaar werd. In 2001 kochten Rob en Monique Bezemer de boerderij en ze zijn sindsdien bezig met de inwendige verbouwing die moet leiden tot een groot, geriefelijk woonhuis. Dat mag ook wel, want ze hebben vijf kinderen en die moeten allemaal ruimte hebben. En ruimte is er genoeg in de boerderij en er omheen. 'We gaan hier nooit meer weg!', zegt Monique.
Sta er eens een moment bij stil, bij deze twee monumenten, meer dan honderd jaar oud!