1953 E. Karst Jr: De Drentse Löns

 Nieuwsblad van het Noorden 31 December 1953

 

 Brieven uit Drenthe

E. Karst Jr: De Drentse Löns

 

Het was in de eerste Wereldoorlog, dat ik de "Feld-Ausgabe" van Hermann Löns' "Der letzte Hansbur" in handen kreeg; een uitgave, die nu wel zeer zeldzaam geworden is. Meteen had de schrijver me gepakt en hij heeft me mijn ganse verdere leven niet meer losgelaten, juist misschien omdat er zelfs meer dan "twee zielen" in zijn borst woonden. In de loop der jaren leerde ik zijn veelzijdigheid kennen. Doch naast de nationalistische geest, die er spreekt uit zijn Matrosenlied (later gewijzigd in "Wir fahren gegen Engeland"), de kracht, die er spreekt uit zijn "Weerwolf", de juiste dorpsschildering uit zijn "Huizen van Ohlenhof" waren het de meestelijke natuurbeschrijvingen en de weergave van het leven daar op en om de Lüneburgerheide, die me in hun ban hielden. Wanneer hij alleen Mümmelmann met z'n vervolg de "Haidbilder" geschapen had, zou dit voldoende geweest zijn een eigen plaats in te blijven nemen, naast die andere nederduitse grote: Johann Heinrich Fehrs. Uit beider werk heb ik in die jaren vertaald, zo sprak het me aan Was het dan wonder, dat ik me eveneens zeer aangetrokken voelde tot de schetsen, die Karst in die jaren in de Nieuwe Drentse Volksalmanak geplaatst kreeg. Als redacteur vond ik dat toen knap werk, waarbij ik echter niet gedacht heb, dat dit slechts een begin was van iemand, die zichzelf nog niet kende De Tweede Wereldoorlog greep ons ook en toen ik voor het Nederlands-geallieerd Intelligencewerk een vertrouwd man op de grens nodig had, dacht ik aan hem. Het uiteraard stille werk deed hem me nu eerst voor goed kennen als de mens, die volk en land aan beide zijden van de "sloot", zoals het in Schoonebeek heet, beter kende dan iemand anders en die ook het vertrouwen van de goede elementen aan beide kanten van de grens genoot.

Het spreekt wel van zelf, dat in die dagen de belangstelling voor het volkseigene groot was, maar dat er betere zaken te doen waren. Aan schrijven werd weinig gedacht.

Na de oorlog werd door een aangevulde redactie van de Volksalmanak wenselijk geacht, dat Karst zijn toen ingezonden schets wat meer "couleur locale" gaf. Men moest er Schoonebeek uit kunnen kennen.

"Nou, als ze het er niet uit proeven, dan lezen ze het maar niet", was de reactie van Karst, die zijn schets terugnam, omdat hij niet aan wijzigingen dacht.

In zekere zin was dit de directe oorzaak, die hem zich zelf deed vinden.

Als jongen had hij met zijn vader, de gemeenteveldwachter door veld en bos gezworven en voor de natuur had hij meer belangstelling gehad, dan voor de wijsheid, die men hem op school trachtte bij te brengen. Al te vaak waren zijn gedachten bij de vogels en dieren buiten Het heette toen, dat hij "niet wilde leren", en in zekere zin was dat juist, want de "wil" er voor bracht hij niet op. Maar onuitwisbaar waren de indrukken, die zijn ziel opnam in zijn

Nederland, Drenthe is zoveel kleiner dan het grote buurland; het heeft zoveel minder mogelijkheden. Doch iets van de gezamenlijke romantiek, iets van dezelfde gedachten wereld, iets van de dieren- en vogelwereld hebben beide gemeen. Het grensland om Coevorden was het ideale oord, waar een geest als die van Karst op zijn plaats was.

Löns was journalist en zwerver in Gods vrije natuur. Jager uit behoefte, maar geen "killer". Een in wezen in zich zelf gekeerd man, die het nergens kon vinden en die uiteindelijk als vijftiger als vrijwilliger viel bij Loivre Karst werd ambtenaar, maar de liefde voor de natuur en de jacht was niet minder dan die van zijn grote voorganger. En evenmin hield hij het op de secretarie van Schoonebeek uit. Bij hem waren het mede de tijdsomstandigheden, die dit gemakkelijker maakten. Kortom ook hij kwam tot schrijven en in een wel razend tempo schreef hij neer, wat in hem woelde In vier jaar schreef hij behalve verschillende artikelen en bijdragen in tijdschriften en kranten 15 boeken. Eén daarvan in de recordtijd van zeventien dagen. Als hij in zijn jachthut, sterk geconcentreerd arbeidt, groeit een boek onder zijn handen, omdat hij slechts uit de veelheid van eigen belevenissen te putten heeft.

Of dit alles hoge kunst, of het literatuur is?

Dat zal Karst zelf niet verwachten.

Maar wanneer er na "In en om de Jachthut, Het landgoed Tervoorde, Om het Ven, Woets de Ever, Goudhals, de edelmarter" anderen volgen als "Van liefde en de rode Kater, Waar de korhaan balst, Als de lijsters trekken, Roodrok de Vos", om er maar enkele te noemen, dan heb ik toch de stellige overtuiging, dat hij in staat zal zijn - nu hij zijn vorm gevonden heeft - Löns op zijde te komen in een paar bundels simpele schetsen.

Dat hij in het bovengenoemde werk dit al doet, volgt wel uit het feit, dat het Verlag Adolf Sponholz zijn Goudhals in vertaling uitbrengt met de aanbeveling, "Der Hermann Löns der Niederlande". En deze uitgeverij heeft 'n fijne neus! Zij bracht ook Löns' werk! In zekere zin is dit juist, doch het is geen verkeerd provincialisme, Wanneer ik bovenstaande kop gebruik. In het Westen geboren en getogen, zou hij niet in staat geweest zijn, zich uit te leven, als hij deed. Geboren verteller als hij is, hoort hij tot de veelgelezen auteurs van tegenwoordig. Nederland, Vlaanderen, Duitsland geven werk van hem. Vragen steeds meer werk!

Dat is voor de man, die enkele jaren geleden volkomen onbekend was, geen geringe aanbeveling.

Een ander deel van zijn belangstelling is gericht op de verbondenheid van de bevolking aan beide zijden van de grens.

J. POORTMAN.

 

 

  

Schrijver Karst ontving geschenk van de N.A.M.

De schrijver E, Karst Jr. die Dinsdag zijn 25-.jarig huwelijks- feest en tevens zijn 25-jarif kas- sierschap bij de Coöp. Boerenleen. bank herdacht, heeft ter 'gelegen- heid hiervan van de Ned. Aardolie. maatschappij een prachtig geschenk gekregen.

Enige tijd geleden werd een van zijn beste jachthonden, waarvoor hem onlangs nog een respectabel aantal Duitse Marken was geboden, door een vrachtauto van de N.A.M. overred~n. De N.A.M. geenszins verplicht de heer Karst schadeloos te stellen, zag in dit ongeval aan. leiding hem tij,dens zijn jubilea te verrassen.

De heer Van der Kemp, terrein. chef van de N.A.M. te Schoonebeek bood die heer Karst 's avonds tij. dens een feestelijk diner namen$ de maatschappij een nieuwe ras- jachthond! aan. Weliswaar was de. ze nog slechts van suikergoed, maar om de hals van het beestje hing een enveloppe met inhoud en de N.A.M. zou de N.A.M. niet zijn, als de heer Karst zich met de inhoud' hierván niet schadeloos kan: stellen. Hoe dankbaar hij was, d~ze liefheb- ber van de jacht, hoeft hier niet beschreven te worden.

www.oud-schoonebeek.nl