Wolf en waerwolf mengelwerk

GESCHIEDKUNDIG MENGELWERK

Over de provincie Noord Braband

Bijeen gebracht door G.R. Hermans, (tweede deel). bl.131-132.

Vindt gij in deze afleiding niets gewrongen, lezer, dan zal de beteekenis van waerwolf u dadelijk helder worden.

In waerwolf namelijk zult gij niets zien dan eenen geest, die in de gedaante van eenen wolf verschijnt. Een waerwolf heet in het fransch loup-garou: garou wordt in Picardiê  warou (Kilian voce weerwolf), doch de beteekenis van het laatste woord is onbekend. Werpt men de ou weg, dan blijft er gar of war over. Daar men war in de waerwolf als waer of weer uitspreekt, zoo kan men aannemen, dat gar als gaer of geer gelezen werd. Indien men verder in het oog houdt, dat de g en w wisselletters zijn (Gallen, Walen, guerre weer in Landweer) dan volgt  daaruit, dat gaer of geer synoniem was met waer of weer. Geemond is alzoo synoniem met Weemond en Weemond hetzelfde als Warmond, beide de beteekenis hebbende van oord of plaats der geesten.

Dat wolf en weerwolf werkelijk uit het heidendom voorkomt, blijkt uit het verchristelijkt spreekwoord: als men van den duivel spreekt dan is hij er bij, zoo als men in Noord-Braband (te 's Hertogenbosch zegt men daarvoor wel eens: sprekte van de vent, hij is er beij of omtrent), zegt, of gelijk Westendorp leert, dan ziet men zijnen staart (Noordsche Mythol. Bl. 194) waarin de weerwolf voor duivel heeft gemaakt, gelijk blijkt uit het fransch: quand on parle du loup on en voit la queue.

Men heeft vroeger gemeend, dat mannen alleen in weerwolven (men heeft tot nog toe geloofd, dat weer in weerwolf een man aanduidt, gelijk weer bij Kilian een vervex castratus beteekent: na al hetgeen wij gezegd hebben, zal dit gevoelen wel wordden opgegeven) en de vrouwen in katten veranderen, doch de bij Niermeijer (t-a.pl. bl. 62) aangehaalde voorbeelden bewijzen overvloedig, dat zoo wel de eerste als de laatste in weerwolven veranderden, terwijl uit een vonnis van het hof van Utrecht, in 1595 tegen toovenaars geslagen blijkt, dat zoo wel mannen als vrouwen katten of katers werden. (van Leeuwen Bat. III, i, 286)

Uit dit vertoog is het duidelijk geworden, dat je weerwolven in betrekking stonden met de geestenwereld: wij zullen nu gaan zien, dat de katten in dezelfde betrekking deelden. Wij vinden daartoe eene geschikte aanleiding bij het; verklaren der woorden Helmond Egmond.`

 

www.oud-schoonebeek.nl