1895 Uit Drentsche volksalmanak

  1. D.V.A.1895.

6 Febs. 1689. Een wolf in de buurte verschenen. die een schaap van Arent Blanken heeft gestolen end verslonden. Oock te Pesse in een schure van Jan Tijmens ingebarsten en daar schrickelijke destructies aangerigt. Blijft de Strenge Vorst aanhouden, sal gedoleert worden om een Wolven jagt te houden. 't Duspuyt hierboven gemelt, door dese saacke wat op d'agtergrond geraackt.

Feb. 7. De Wolf hen alweer vertoont bij den Kinholte, als aangebragt werd door de Schutbaas Wolter Dollebotter. Hebbe df d’oude Carabijn van mijn Sal. Vader weer in order laten maken, end een gtote Wagthond gekogt van M. Hingsteboer, aengesien t’seer wel sou konnen gebeuren, dat dese ruyge gasten ook ons weer een besoeck bragten als in Ao 1670.

8 D. De Schultessen bij trommelslag laten bekent maken, dat uyt ijder Huysgesin twe of so 't kon dry weerbare mannen sig hebben te vervoegen aan 't Schultampt met 't geweer dat sij besitten, om opgeschreven te worden, terwijlen yder die Honden hout, desen seffens moet vertonen.

9 Do. Twee Wolven haar vertoont onder den Anholt. Is door Drost en Gedep. bepaalt, dat de Staek sal worden gestelt bij 't Mantinger Bos, en dat alle Carspels in 't Suydenvelt, 't Dieverder en 't Beijler Dingspil op den 12 Februaryus (mits de Sneuw aanhoudende) haar voorsien van haare recta op Mantinge aan; sullende de verst afgelegen Carspels Dingspil te Kokange en ‘t Wolt; van Beyler Dingspil te Dwingelo die van 't Suydenvelt te Meppen en Swingeren, omme daergekomen, door de Schultessen te worden gevoegt bij 't Volck van de naarderbij gelegen Carspels.  (Drenthe was verdeeld in zes Dingspillen; dat wil zeggen: Rechtsgebieden zijnde: 1.Zuidenveld, 2.Beiler,  3.Dieverder, 4.Rolder Dingspil, 5.Noordenveld en 6.Oostermoer.

In ieder Dingspil was een Bannerschultus, behalve in die van Beilen en Oostermoer, behoorende het eerste onder den Banne Diever, het tweede onder den Banne Rolde. Deze bannerschultessen, meestal resideerende in de hoofdplaatsen van het Dingspil, oefenden een soort van Rechtsgezag uit over de andere Schulten, en waren tevens intermediair Ambtenaar tusschen 't Landschapsbestuur en de Kerspelbesturen. (de heer Mr. E. Pelinck, verdedigt - en naar 't mij voorkomt op goede gronden - de stelling dat er oorspronkelijk niet meer dan drie Dingspillen geweest zijn en dat de oude naam van de Lantschap Triante (drie banne of drie bande) van dezen driebond moet worden afgeleid. Hij stelt dan ook voor niet meer Trianta maar Tribante te schrijven.

Ik maak hier terloops melding van zijn belangrijk geschrift (Drente omstreeks het Romeinsche tijdvak dat de belangstelling overwaard is van allen, die wenschen kennis te maken met de oude geschietienis, en wat daarvan in de laatste tijden bekend is geworden van de provincie onzer inwoning.).

Aan hen was (ofschoon dit in den text niet verIfield wordt) - hoogstwaarschijnlijk ook de regeling van de wolvenjachten opgedragen.

Tot het houden van die wolvenjachten werden somtijds niet alleen de ingezetenen van de Landschap opgeroepen, maar ook naburige Provincien, en zelfs Munsterland namen daaraan wel eens deel.

Naar de Staakt waarvan in den text gesproken wordt, richtten zich de jagers, en sloten zich aan tot een telkens enger wordende kring.

In de jaren 1685 en '88 vertoonden zich wolven op verscheidene plaatsen, rnaar sedert dien tijd werden hunne bezoeken zeldzamer.

(De laatste wolvenjacht in Drenthe had plaats in 1772).

10 Februaryus 1689. Een starcke dooi, gevolgt door Sneujagt, subitelijk ingevallen sijnde, blijft de Wolvejagt uytgestelt tot nader ordre, wat mij seer spijt, aengesien ik mij de Jagt nog herinnerde, die ik met mijn Vader als 14 jarige Knaep medemaakte, en dat seer tot verdriet en anxt van mijne lieve Moeder.

Maar ik was buyten haar weten de jagers gevolgt, en mijn Vader stont seer verbaast, mij te Drijberde te sien staan naast Geert Knol, onse knegt, als hij heert aangeteekent in dese Clapper.

(Dit verhaal behoort onder de verloren gegane gedeelten van den Clapper). 22 Febr. 1689. Een Wolf onder Pesse geschoten door Roelof Pol, terwijlen hij was waerende rondom sijn Erve. Hebbe hem met veele andere Luyden wesen beschouwen op de Deele, van voorz. Roelof Pol. Is niet van de grootste soorte en seecker nog jong. Was eene Teef, en als bleek bij d' opening dragtigh.

Sal daarvoor wel f. 30.-- premie uyt de Landtsohapscasse ontvangen.

 

 

 

 

 

 

 

 

www.oud-schoonebeek.nl