1887 Drentsche Huwelijkscontracten

D.V.A.1887.

DRENTSCHE HUWELIJKSCONTRACTEN IN VROEGERE EEUWEN.

Volgens de tegenwoordige Nederlandsche wetten, staan echtelieden, wat hunne ten huwelijk gebrachte of later verkregen bezittingen betreft, onverschillig of die van eene of van beide zijden afkomstig zijn, in den eigendom daarvan volkomen gelijk, dat is, ieder bezit daarvan voor zich de helft. Bij overlijden van een der echtgenooten vererft dan ook zijne helft aan zijne kinderen of bloedverwanten, - de eene echtgenoot erft niet van den anderen, dan bij algeheel gebrek aan bloedverwanten of krachtens testament.

Om echter in deze wetsbepalingen verandering te brengen, is het geoorloofd huwelijks contracten te maken. Deze moeten vóór het sluiten des huwelijks door een daartoe bevoegd ambtenaar worden opgemaakt, en kunnen na het huwelijk niet gewijzigd worden. Deze huwelijks - contracten kunnen nuttig en noodig zijn, wanneer vaste goederen of andere bezittingen van een van beide zijden afkomen en men die niet gaarne in de huwelijks - gemeenschap, en daardoor soms later bij kinderloos overlijden in vreemde handen wil zien overgaan.

In vroeger eeuwen waren in Drenthe de bepalingen omtrent het bezit en vererven van goederen en het maken van huwelijks-contracten geheel iets anders dan tegenwoordig.

Volgens het Landrecht van Drenthe van 1712 boek 3 art. 19 en volg. vererfden de bezittingen der ouders op hunne kinderen, kindskinderen en in verderen graad, met dien verstande echter, zooals in art. 21 zegt: "dat het erfgoed bij de zoons en bij de stamme blijft en niet bij de dochters, de welke daarvan door vader en moeder, bij haar leven afgeboelt en uitgehuelijkt mogen worden, en na dood van hare ouderen, door hare broeders, na grootheid van des vaders en moeders goed, tot mande vrienden raad afgekoft."

Dochters werden alzoo, als zij broeders hadden, meestal voor of bij haar huwelijk afgeboeld of afgekocht, heel voordeelig zullen zij daar soms niet bij gevaren hebben.

Zulks een afkoop van huwbare dochters was dikwijls ook nuttig, ja onontbeerlijk voor het opmaken van de huwelijksvoorwaarden of de zoogenaamde "hielikmaking”. Daartoe werden de naaste betrekkingen van Bruidegom en Bruid, meestal ten huize van laatstgenoemde, genoodigd, en in verenigde zitting der beide partijen, werden alsdan de voorwaarden tot stuur van het aanstaande huwelijk behandeld en beklonken.

Van huwelijkscontracten zegt het Landrecht boek 3 art. 5: "Huwelijksvoorwaarden dooden alle rechten en daar huwlijks voorwaarden tusschen man en vrouw gemaakt zijn, die worden in waarde gehouden, bijaldien dezelve zijn gemaakt ten overstaan van beiderzijdts naaste vrienden, geschreven op Franzijn, op papier, en ten minste bij vier, te weten twee van elkerzijdts vrienden, over de dedinge des huwlijks present geweest zijnde, onderteekend: en dat de ondertekeninge geschiede binnen den tijd van een jaar en zes weken na het sluiten des huwlijks."

De onderteekening kon alzoo toen na het sluiten des huwelijks geschieden terwijl ze thans voor hetzelve moet plaats hebben.

Het in schrift brengen van huwlijks voorwaarden was het werk van de schultessen en de advocaten. Deze laatsten mochten, volgens het reglement voor de advocaten, gearresteerd op den Landdag te Assen, gehouden den 17 Maart 1685, voor het schrijven van een testament of huwelijks voorwaarden een rijksdaalder rekenen.

Voor de lezers, die geene huwlijks voorwaarden uit vroeger eeuwen kennen, en daarin belang mochten stellen, zal ik hier er een paar laten volgen, uit de zeventien de en achttiende eeuw, die tevens kunnen dienen als een voorbeeld van de schrijfwijze in die dagen.

In Godes naeme. In den jaere ons Heeren een duijsent ses hondert seeven en dartijch is daer een wettelijck hijlijck geschet (geschied) tusschen Cornelijs Henderijckx en Maerijen Jans mijt vrende raet en daet van dije naeste bloetverwanten,

Eerstelijck gheuan sijck in den H.Echten Staet Cornelijs lienderijckx als broeghemaen (bruidegom) en Maerijen Jans, als bruijt consent van Jan Jans als vaeder, mijt Lutgert zijn Huijsfrou als moeder, voert an beijden sijden dedijghesmaens (bijzitters of getuigen) onderteijckent en bijekrachtijghet. Ten tweden sal Cornelijs al sijn giet, wat hem van zijn broeder Claes Henderijckx bijelaeuet (beloofd) is, voert alles wat hij heeft an sijn toecoomende Huijsfrouwe Maerijen brenghen.

Ten darden is verdraeghen, dat Jan Jans mijt Lutgert zijn Huijsfrouwe haer dochter Maerijen tot een bruijtschat soelt medegheuen Drije hondert goldtgulden, ider gulden van 28 stu. braebants op drije naevolghende meije, elcke meij hondert goldtgulden, welcke eerste meij sal wezen Anno 1638 en dije twede op meij  Anno 1639 en dije darde op meij Anno 1640, noch voert rijede (gereed of contant) op ene nae de beste koe, ende twee van dije beste schape, noch kijste en bedde, mijt zijn toebijehoer, voert rijede, voert wel gheclet (gekleed) naeberlijck en buijrlijck, ghelijecken een eerdelijcken dochter toebijehoert, voert is verdraeghen off Maerijn storff voor Cornelijs soe na wesen tot Maerijer vaeder en moeder goetwesen, als sijn kijnder, dije zij samen verworven hebuen, voert tot alle arffenisse, hoe zij coomen mochten bij leuent van olders ofte nae dode maer nae dode van ofte ene van dije olders sal Cornelijs mijt Maerijen zijn huijsfrouwe ofte haeren Arffghenaemen soe nae tot haer goet wesen als ene van dije ander swaeghers, ofte Cormelijs wat der tijt quam en de luijet (liet) wettelijcke gheborte nae, dije Mae rijen tot zijn goet ende alle arffenisse, de dije kijnder daer an aruen (erven) kan, soe nae toe wensen, als dije kijnder, noch hebbet dije jonghe luijden maelcander een maerghen ghaue (morgengave) ghegeuen. Cornelijs soe vere als hij dije erste mochte wesen, dije Godt wat der tijt mochte haelen, soe heeft hij Maerijen zijn huijsfrouwe wat zijn rijeste goederen hondert ghelijcke goldtgulden als voorschreven.

Hijerteghen ghijft Maerijen Corbelijs haer maen van haer rijeste goederen vijfftijch ghelijcke goldtgulden. Dijt alles sonder arch ofte lijst, van partijen ende dedijghes maens onderteijckent ende twee aleensluijdende sedelen van ghemaeckt, ende partijen elck ene van ontfanghen, den

1 Julij Anno 1637.

Jan Jans mijn x marck selfs getoogen.

Cornelijs Henderijckx mijn marck selfs getoogen.

Evert Jans.

 

Ter eren Gods en tot voertplantinge van des menschelijken geslachte is alhier in een christelijk huwelijk gededigt en gesloten tusschen die bruidegom Jan Roelofs, ten overstaan van zijn moeder Roeloffijn Geerts, de neven Jan Herms en Roelof Herms ten eenre, de jonge dogter en Bruijt Hillegien Jans, ten overstaan van haar moeder Geesijn Jans en

ooms hendrik Lambers, Arent Lambers en Roelof Jans en meerdere onderges, vrinden op maniere en conditiën als volgt:

Eerstelijk zal coorsc. huwelijk met wettige proclamatiën na kerkenorder gesolemniseert en gevangen worden.

Aanvankelijk de tijdelijke goederen zoo belovet die bruidegom aan en in, te brengen tot stuur van die aanstaande huwelijk alle zoodanige halfscheijd van vaste en tilbare goederen, als hij bruidegom tegens zijn moeder is bezittende, waar en tegens zij jonge dogter en bruidt mede belovet aan en in en tegens zij jonge dogter en bruidt mede belovet aan en in te brengen alle zodane vaste en tilbare goederen tot gelijke stuur van dit aanstaande huwelijk als zij Bruit tegens haar moeder is besittende, wat haar verder aan erven ofte aansterven kan off mag.

In gevalle eenige Erffenisse of Zijtvallen mogten komen te vervallen, na dode van den eerstverstervenden ouder, en kind of kinderen uit dit huwelijk geboren zijn, zullen zodanige ervenisse off zijtgevallen zoo we: erven en versterven op den langstlevenden ouder als op derzelver kind off kinderen. Geen kind off kinderen uit dit aanstaande huwelijk geborende, zullen alle aangebrachte goederen, zoo vaste als tilbare, wederom retourneren, erven en versterven aan de Heert off naaste bloed, daar deselve uit en heer zijn gekomen met winst en verlies staande huwelijk half en half.

Laatstelijk is geconditionneerd, zoo hij Bruidegom van zijn lieve Bruid zonder wettige erfgenamen mogte komen te overlijden, en hij Bruidegom de eerste mogte zijn, zoo geeft hij aan zijn lieve Bruid tot een morgengave een zomma van twee duijsent car guldens en ingevalle zij Bruid de eerste mogte zijn, zonder wettige erfgenamen uit dit huwelijk na te. laten, zoo geeft zij aan haar lieve Bruidegom een zomma van dertien hondert care guldens.

Dit alles zonder arg. off list, binnen hier van doen verveerdigen twee alleensluidende huwelijks-contracten, van Bruidegom en Bruis zijts moeders en naaste vrienden geteekend.

Actum in…….. den 13 April 1754.

H.W.Olffen, scholte 1754.

(volgen de onderteekeningen)

de Wijk, April 1887. W.Koops.

 

www.oud-schoonebeek.nl