Glaswagen (hoe men aan glaswerk kwam)
Maandblad Drenthe november 1941
De Duitsche glaswagen
Het was in het jaar 1880 dat ik mijn eerste reis maakte met wat wij in het Drentsch dialect noemden "den Duutschen Glassieswoagen".
Ik was in het vorige jaar 10 jaar geworden en dat feit was aanleiding voor Glassies Hinrich, den eigenaar van den "Duutsche Glassieswoagen" om mij uit te noodigen een tochtje door Meppel te maken.
Weinig had ik toen gedacht, dat dit eerste reisje en vele latere voor mij de aanleiding zouden worden om 60 jaar later een artikel in het Drentsch Maandblad te schrijven over den "Duitschen Glaswagen".
Ik meen dat de geschiedenis van dezen wagen wel genoeg aardige gegevens bevat om het bedrijf van Hinrich Wohlmuth aan het nageslacht te vertellen. Deze geschiedenis geeft ons een blik in den toestand, zooals deze vele jaren heeft bestaan, voordat het vervoer door de spoorwegen plaats had en in het zakenleven vóór het jaar 1880.
In een ander artikeltje heb ik de geschiedenis verteld van den Münsterschen vogelwagen, welk artikel naar ik verneem veel belangstelling heeft ondervonden.
Toen ik dus in mijn herinnering den Duitschen glaswagen zag oprijzen, met alles wat ik daarbij heb ondervonden en gezien, heb ik gemeend aan dezen wagen en zijn geschiedenis een korte beschrijving te mogen wijden in de hoop dat ook hiervoor wel belangstelling zal bestaan.
Ook voor dezen wagen is een schets gemaakt door mijn vriend, den Heer P. Dewald, oud leeraar aan de Teekenacademie in Den Haag, naar gegevens, welke ik hem verstrekte en die voldoende waren om tot de afbeelding te komen, die dit artikeltje illustreert.
En nu de geschiedenis van dezen wagen:
Hinrich Wohlmuth, de eigenaar van dezen wagen kwam uit Duitschland (Nürnberg) om in Holland en overal onderweg zijn glas te verkoopen, dat hij in den wagen meevoerde. Dit glas bestond in hoofdzaak uit klein glaswerk, dat door herbergiers, apothekers en dokters werd gebruikt. Verder verkocht hij vogelfonteintjes, versierde glazen kelken en glazen voorwerpen met allerlei afbeeldingen van Duitsche steden, vogels, enz.
In ieder dorp en elke stad had hij zijn vaste cliëntele, den dokter (tevens apotheker in de dorpen) en de apothekers in de stad. Alle herbergiers konden bij hem hun voorraad aanvullen, terwijl hij aan bepaalde glaswinkels versierde glazen voorwerpen verkocht.
Hij had in Meppel soms wel drie dagen werk voor hij iedereen bezocht had en stalde zijn paarden in verschillende herbergen (zijn klanten), maar voornamelijk in de herberg van Langen Piet aan den Staphorster weg, vlak bij ons huis.
Aangezien het in Drenthe gewoonte was, dat iedereen een bijnaam had, kreeg Hinrich Wohlmuth den naam van "Glassies Hinrik" en zijn wagen werd genoemd de "Glassieswoagen". Gemakshalve zal ik in de volgende beschrijving den dialectnaam voor beiden gebruiken.
Glassies Hinrik was al vele jaren mijn vriend vóór ik 10 jaar oud was, want de zoon van Langen Piet, Lucas of Luks was mijn schoolkameraad en zoo kwam ik in kennis met Glassies Hinrik. Deze kennis-making leidde langzamerhand tot het doen van boodschappen voor Hinrlk, het wegbrengen van strookratten met glas naar winkels of den apotheker, hetgeen beloond werd met een stuk pferdebrot, een appel, enz. Maar achter dat alles stond de belofte, dat ik als ik 10 jaar was mee mocht rijden als mijn ouders het goed vonden.
En toen ik dus 10 jaar was geworden, mocht ik met hem meerijden door de stad, helpen bij het overhandigen van glaswerk en - op de paarden passen als hij in huis afrekende. Het waren een paar goedige, dikke, Beiersche paarden, die eigenlijk geen toezicht noodig hadden, maar - het hoorde er nu eenmaal zoo bij en voor mij was het een prachtig werk. Met den reuzen zweep in de hand vóór de paarden, werd ik door menigen jongen benijd.
Wanneer het voorkwam, dat er een Woensdag of Zaterdagmiddag in zijn bezoekdagen viel, was ik van de partij, mocht op den bok zitten en zoo trokken wij de stad in alle richtingen door. Viel zijn bezoek in de vacantie, dan mocht ik met Luks meerijden tot halfweg Staphorst en wandelden wij samen weer terug.
Eenige jaren later, toen ik reeds op de H.B.S. was, bleef dit zoo doorgaan, ofschoon veel jongens mij uitlachten. Maar ik vond dit alles zoo heerlijk, dat ik mij er niet van aantrok.
Zoo heeft Glassies Hinrik vele jaren met zijn glassies Drenthe en ook Holland voorzien, want hij reisde via Assen, Groningen, Leeuwarden, Zwolle, Amersfoort, Amsterdam, Den Haag en verder naar dat hij nog voorraad had, over verschillende steden naar Nürnberg terug.
En ten slotte nog iets over Glassies Hinrik persoonlijk en over zijn handel.
Hij vertelde dat hij in Beieren woonde, naar ik meen München, en met zijn wagen eerst Noordelijk tot Nürnberg, daarna westelijk door Duitschland reisde. Het was een gemoedelijke "Poepe" (afgeleid van "Bube", jongen in het Duitsch) , die natuurlijk in den volksmond ook ("Glassies Poepe" werd genoemd] evenals zijn wagen de “Poepenglassieswagen". Het was een zware kerel met een flinken bierbuik, want bier dronk hij in iedere herberg, welke hij tot klant had.
Zijn paarden noemden hij Carl en Bienschen. Ze waren zoo mak als schapen en zeer aan hem gehecht, omdat hij ze uitstekend verzorgde.
Hij verkocht altijd per "Dutsend", van ½ D. (groote flesschen) tot 1 à 3 D. (kleine flesschen en glassies). Ieder Dutsend was in een ronde, platte krat gepakt en wel zoo goed, dat er nooit breuk was.
Hij wist precies in welk vak de veugelglassies, brandewien en jenever glassies en de dokters en apothekers glassies zaten, zoodat hij alles blindelings kon vinden.
In den bak, die onder den wagen aan kettingen hing, lag meestal het kleine goedje en dit had zoodoende dus niets van stooten te lijden.
Zoo dreef Glassies Hinrik zijn handel met zijn Glassieswoagen, totdat het spoorvervoer kwam. Hinrik was misschien door zijn goeden en eerlijken handel in staat om op zijn lauweren te gaan rusten!
Na 1900 zag ik hem althans niet meer.
R. HOUWINK Hzn.