Kapel Hulsvoord
Drentsche Volksamanak 1845
DE KAPEL TE HULSVOORD.
Volgens Pickardt, Ant., bl. 297 (in 4o), begon de bloei deze kapel af te nemen, in den aanvang der 16e eeuw. Dat het gebouw echter in 1596 nog in wezen was, is bewijsbaar uit een brief van Hendrik de Vos van Steenwijk, Drost van Koevorden en Drenthe, aan zijnen neef Dethmar van den Clooster uit Koevorden geschreven den 14 Januarij van d.j., om op den 24 dier maand te Hulsvoord tot zeker beraadslaging te verschijnen.
Deze brief is in zijn geheel te vinden, o.a., achter J.W. Knoop, Tegen betoog over de Staatsstemming in Drenthe, bl. 251, aldaar onder de Bijlaagen voorkomende met 1tt N.
Vgl. over Hulsvoord verder: Drenthe in vlugt. en losse omtr. I., 149
Hulsvoorde
Deze plaats was onder de heerlijkheid Koevorden tusschen Coevorden en Dalen gelegen; en staat vermeld in eeneen perkamenten brief der Utrechtsche kerk van ’t jaar 1230.
Daar plagt indertijden een Kapel te staan; in dewelke de Bisschop van Utrecht als heeren van Koevorden, en van ’t gene tot de herlijkheid behoort gehuldigt werden bij welke gelegenheid zij ook gewoon waren goede geldstukjes te grabbel te gooien.
Volgens herschrijvers van J.Pikart heeft deze Kapel voornamelijk gebaut omtrent het jaar 1460; en was berucht van de ommegangs der Drentenaren en aangrenzende volkeren; die hier in groote meenigte quamen; om dat ‘er zou vermaard Reliquien bewaard en op gehse dagen ten toongestelt wierds. Doch als hirmet de regeringe der Utrechtsche Bisschoppen ged??? Was, en er tusschen de Borgonjers en Geldersche vinnig geoorloogt wierd, is ingevolge en verder afgebroken; en de bouwstoffen zijn elders vervoert.
Overzicht van het Bestuur in Drenthe. J.S.Magnin.
- 87/88.
Hulsvoorde was een kapel, tusschen Coevorden en Dalen. Zij stond op de scheiding van de Heerlijkheid Coevorden, onder welke zij behoorde. De Bisschopsberg is een hooge zandheuvel, in de nabijheid van Havelte. Telkens bij de aanstelling van eenen nieuwen Bisschop van Utrecht, werd deze op die beide plaatsen door het Volk gehuldigd: in of nabij de Kapel Hulsvoorde, als Leenheer van de Heerlijkheid Coevorden, op den Bisschopsberg, als Landsheer van Drenthe. De genoemde berg schijnt daarvan deszelfs benaming te hebben ontleend, nog heden is hij onder denzelfden naam bekend. Westerhesselen, Hesselen, Hesselte, is de oude benaming van Havelte.
D.V.A. 1891
DALEN van J.M. van Kuijk.
De nog in deze kerk aanwezige zijnde grafzerken zijn of versleten of gedeeltelijk onzichtbaar, de opschriften, welke ik er nog op heb kunnen lezen, volgen hieronder.
-Anno 1636 den 26 September is in den Heere gerust Sixtus Addixtra den soen van den Edelen Manhaften luitenant Serapius Addixtra olt weesende in 't sevende jaer en leit hier begraven.
Hieronder staan twee wapens, gedekt door een helm, helmteeken een lelie, zijnde het wapen links een dubbele adelaar, het andere is afgesleten.
-Weduwe van den Ehrenvesten und Manhaften Capitein Arent Fermerius.
Voorts stond rondom deze zerk, waarvan slechts de bovenste helft over is, o.a. deze woorden
"Anno 1661 den 6de Januarii is in den heeren God "
Op een andere zerk staat het volgende:
Johan …… en eijgenerfde der land……Drenthe (en) is in den heere op den 25 Maij ………….
Op het zich in de kerk bevindende zoogenaamd heerlijk gestoelte, welke vroeger eenen afzonderlijken toegang van buiten had en toebehoorde aan de familie Kijmmell te Dalen, staan twee wapens,
a. waarschijnlijk van Oldenhuis of Kijmmell en
b. ……….zijnde een voorarm. in de hand een geopend boek houdende, welke
arm komt uit eene wolk aan den linker schildrand.
Het komt mij niet onwaarschijnlijk voor dat het onder a. vermelde wapen, dat als wapenfiguur een voorwerp heeft dat voor de bovenste helft bestaat uit een gedeelte van den pot met de bloemen van het wapen van Kijmmell, en voor de onderste helft uit een gedeelte van den in het wapen Oldenhuis voorkomende uitgerukten boom, oorspronkelijk het wapen van laatstgenoemde familie is, doch dat Mr. G.R.W. Kijmmell te Dalen, wiens moeder een Oldenhuis was, die bank overgenomen of geërfd hebbende, zijn wapen daarop heeft willen hebben daartoe, gebruik makende van het bestaande, van den boom gedeeltelijk een pot gemaakt heeft, terwijl de uitgerukte wortels als pooten moesten dienen.
De drie Podagristen deelen in hun werk "Drenthe in vlugtige en losse omtrekken geschetst" deel 1, bladz. 162 boot, mede dat Zweder van Heecheren genaamd van Rechteren, die onder de regeering der Bisschoppen van Utrecht van 1395 tot 1404 drost van Coevorden was en in laatstgenoemd jaar overleed, in de kerk te Dalen werd begraven, doch dat zijn grafsteen tijdens de omwenteling van 1795 vernield werd.
OOSTERWOLDE, 19 November 1929.
Den Heer W. Berga,
Geachte Heer!
Naar aanleiding van Uw kaartschrijven het volgende: In mijn artikel "Stellingwerf en Omstreken door de Middeleeuwen" schreef ik, dat de ingezetenen van Coevorden en Omstreken hun tienden aan de Bisschop van Utrecht betaalden te Hulsvoorde, een kapel (dus kerkje en geen klooster) tusschen Coevorden en Dalen.
Magnin? zegt van die kapel etc.: "De Bisschopsberg is een groote zandheuvel, in de nabijheid van Havelte. Telkens bij de aanstelling van een nieuwen bisschop van Utrecht, werd deze op die beide plaatsen door het volk gehuldigd, in of nabij de kapel Hulsvoorde, als Leenheer van de Heerlijkheid Coevorden enz. .
Franc Halma zeg in zijn Tooneel der Vereen. Nederlanden: Hulsvoorde, dus wordt in het Perkamentboek van Utrecht in het jaar 1230 beschreven zekere plaats, nader gelegen aan Koevorden als aan Anen. De naam is hedendaags in vergetelheid geraakt".
Jacobus Kats schrijft in zijn Vaderl. Woordenboek: "Hulsvoorde, een dorp, eertijds tusschen Koevorden en Dalen gelegen, vermeld in een perkamenten brief der Utrechtsche kerken van den jare 1230, doch heden ten dage geheel onbekend. Bij ouds zou hier een kapel gestaan hebben, in welke de Utrechtsche bisschoppen, als Heeren van Koevorden en der Heerlijkheid, gehuldigd wierden. Daarenboven was deze kapel zeer befaamd, van wegens de Bedevaarten der Drentenaaren, die, in grooten getale, derwaarts schoolden, ter betooninge van hunnen eerbied aan eenige gewijde overblijfselen, die aldaar bewaard en op zekere dagen, wierden ten toon gesteld. Het verval der Roomsche bijgelovigheid sleepte dat der kapelle mede, en was oorzaak, dat aan Hulsvoorde niet meer gedagt wierdt."
Picardt schrijft pag. 431, 2e druk, in zijn geschied. van Drente:
“….. en in de Capelle tot Hulsvoort (gelegen in die tijd onder de Heerlichheyd van Coevorden, gelegen tusschen Coevorden en Dalen, bij Noorden van de vervallende Geldersche schouw"….. Pickardt geeft hier eenige nadere plaatsbepaling dus.
Wellicht kan U nog iets naders (doch het zal niet veel zijn) bij Magnin, Besturen van Drente. Ik bezit dat boek niet; U zoudt het ter lezing kunnen vragen aan de Prov. bibl. te Assen.
Het zou interessant zijn, als U de plaats, waar de kapel gestaan heeft, weer kondet opsporen. U zoudt het best doen de namen der stukken land eens na te gaan in de streek waar de kapel eenmaal heeft gestaan. Vaak bewaart het stuk land, waar een oud gebouw heeft gestaan, in zijn naam de herinnering er aan.
Mogelijk is ook, dat er in een of andere Drentsche Volksmanak nog wat voorkomt over Hulsvoorde. Ik bezit niet alle; doch mocht ik iets tegen komen over de kapel, dan wil ik
U dit wel melden.
Na vr. gr. Hoogachtend,
H.J.Popping.