1300 Weijerswold
Dagblad van het Oosten 20-10-1947
WEIJERSWOLD
Was, eens, een bossige moeraswereld
Pl.m. 1300 was dus in Weijerswold, eens een wold, een bossige moeras wereld, de ontginning begonnen. Zo’n vroegere waterwildernis elders wel Pallert of Paleert geheten, een verbastering van ’t Latijnse palud-moeras, draagt bij Koevorden de naam Pampert die stellig in verband staat met het middelnederduitse pampeln, heen en weer gaan : de bodem golfde vroeger natuurlijk onder de voeten van hen die zich op deze weke zode waagde.
Een ideaal oord was het daar voor watervogels. Picards verteld dat nog in de 15de eeuw het hele gebied tussen Koevorden en Schoonebeek een dik en duister kreupelbosch geweest is "krielende van wilde Ganzen, Reijgers, Eyndtvogels Kranen en Koerhoenderen”en stellig is hij vrij betrouwbaar in deze schildering. Het terrein was dus zeer aanIokkelijk voor de jacht, vooral voor de in de middeleeuwen zeer geliefde jacht met valken, waarop men met behulp van deze getemde en gedresseerde roofvogels het qwild bemachtigde. Dit jagen heette met een oude term vliegen. Het jachuis waar het edele jachtgezelschap rust en nat en droog vond, kan op zo’n jachtveld gemakkelijk de naam Vlieghuis krijgen. Het daarbij ontstane gehucht heet nog Vlieghuis en vandaar stamt natuurlijk ook her geslacht van die naam. Naar de insecten, die vlieg heten is het gehucht niet genoemd, dit dier is in Drenthe immers een mug.
Tussen Weijerswold en Vlieghuis geeft de kaart van Van der Scheer een gehucht Anholt.
Waarschijnlijk kreeg het z’n naam evenals zijn naamgenoot onder Ruinen van een herberg ter plaatse, die “Anholt” heeft geheten, een Drentse benaming van pleisterplaats.
West van Weijetswold dicht bij Koevorden vinden we het pikveld, stellig zo genoemd naar de kleverige “pikkerige”bodem in die buurt.
Schoonebeek heet natuurlijk naar de Schone, d.i. weinig met planten begroeide beek. Waarschijnlijk heette het dorp of een deel ervan eenmaal ook Schierbeek thans nog bekend geslachtsnaam. Zelfs wordt er ergens een geslacht Gladbeek vermeld. Of dit en Schierbeek met Schoonebeek in verband staan is niet zeker.
Nieuw Schoonebeek is een kolonie van de laatste 100 jaar. Oorspronkelijk woonden er evenals in de wildernissen over het schoonebeekerdiep, slechts herders z.g. boheern of boheerden in de veehutten of bo’s. Die wildernissen heten er nog de Wuusten, een benaming, die ook in Twente gangbaar is. In de tijd der Wederdopers (plm 1530) hebben in
die eenzame Wuusten in de bo's heel wat predikers en hun volgelingen een veilig toevluchtsoord gehad. Tot deze behoorden de z.g. "Vrome kinderen van Emlichen”, die heel de IJselstreek in rep en roer hebben gebracht voor hun terechtstelling in Deventer.
Op de onenigheden over de eigendom van deze heerloze en dus door ieder begeerde gebieden slaat waarschijnlijk de naam van het dorp Twist, even over de Duitse grens.
Zo’n bo was eenmaal het z.g. Padhuis dat lag aan het pad van Koevorden naar het oosten dat langs de noordoever de Aa of Schoonebeekerdiep naar meppen aan de Eems voerde en in Anholt en Schoonebeek zijpaden had naar Emlichheim. Reeds in 1276 lag er een hoeve het padhuis of het huis ten Pade dat eigendom was van het asser Klooster. Waarschijnlijk had dit het bij zijn stichting gekregen van de heren van Koevorden: zij toch trokken er nog jaarlijks een pacht van van een emmer boter en voor de erbij behorende weide Burgmade drie kippen. Boter en kippen leverden ook in later eeuwen de bo. Al was de hoese dus in 1276 al een huis d.i. een boerderij, die pacht herinnert nog aan zijn begin als bo. Waarschijnlijk mogen we het Padhuis, stamhuis van de geslachten Padhuis en Padding beschouwen als een der eerste stichtingen in de wijde groene wildernis rondom Koevorden.
Wat ten noord westen van ’t gehucht Padhuis, aan de weg naar Dalerveen lag eenmaal een schansje, dat dat de toegang tot Drente moest blokkeren. Een grote rol heeft het niet gespeeld in onze Drentse historie.
Dr J. NAARDING